ECLI:NL:RBMNE:2018:6342

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 december 2018
Publicatiedatum
21 december 2018
Zaaknummer
16/659906-17 + 09/817358-17 (vtvv) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gijzeling en bedreiging van een medewerker van de Nederlandse Publieke Omroep door een psychisch instabiele verdachte

Op 21 december 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 34-jarige man die op 17 augustus 2017 een medewerker van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) heeft gegijzeld en bedreigd. De verdachte, die psychisch niet in orde bleek te zijn, heeft de medewerkster onder bedreiging van een mes gedwongen het NPO-gebouw binnen te gaan. Hij bond haar vast op een stoel en eiste zendtijd van de NOS en CNN, terwijl hij met het mes in de muur stak en dreigende uitspraken deed. De gijzeling duurde meer dan een uur en eindigde met de overmeestering van de verdachte door de politie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ten tijde van de gijzeling leed aan een ernstige psychische stoornis, waardoor hij ontoerekeningsvatbaar was. De rechtbank heeft hem geen straf opgelegd, maar hem ter beschikking gesteld met dwangverpleging, gezien het risico op gewelddadig gedrag bij terugval in een psychose. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, de medewerkster, gedeeltelijk toegewezen, waarbij een schadevergoeding van € 6.000,- is vastgesteld voor immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/659906-17 + 09/817358-17 (vtvv) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 21 december 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1984] te [geboorteplaats]
gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Vught PPC

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 december 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. H.J. Starrenburg en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. A.J.M. Mohrmann, advocaat te Bussum, alsmede mr. Y.B. Boendermaker, advocaat te Hilversum, namens de benadeelde partij [slachtoffer] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. primair
op 17 augustus 2017 in Hilversum [slachtoffer] heeft gegijzeld met het oogmerk medewerkers van de Nederlandse Publieke Omroep en/of Nederlandse Omroep Stichting en/of Cable News Network te dwingen toegang te verlenen tot het gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep en zendtijd ter beschikking te stellen en de NOS en/of de AIVD te informeren en een cameraploeg ter beschikking te stellen.
subsidiair
op 17 augustus 2017 in Hilversum [slachtoffer] van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden.
2.
op 17 augustus 2017 in Hilversum [slachtoffer] heeft bedreigd met de dood.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde wegens het ontbreken van opzet. Verdachte handelde vanuit een alles overheersend psychotisch toestandsbeeld en elk inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen ontbrak. Subsidiair heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde
Bewijsmiddelen [1]
Aangeefster [slachtoffer] heeft verklaard dat zij op 17 augustus 2017 omstreeks 07:55 uur bij de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) in Hilversum arriveerde en dat er een man op de parkeerplaats stond. Deze man pakte uit zijn rugzak een mes, kwam op haar aflopen en zei dat aangeefster hem het gebouw in moest brengen. Daarbij zei hij dat als aangeefster mee zou werken, haar niets zou gebeuren, maar als zij rare dingen zou doen, zou hij haar doden. Hij pakte aangeefster van achteren bij haar keel vast en bracht het mes bij haar keel. [2] De man bleef haar zo vasthouden en samen met de man liep aangeefster het gebouw van de NPO in. Tegen de receptioniste zei hij dat zij CNN moest bellen, de NOS ingelicht moest worden en dat zij met een cameraploeg moesten komen. Daarna is hij met aangeefster naar een kamer gelopen, waar aangeefster op een stoel moest gaan zitten en vervolgens haar armen achter haar rug met tape aan elkaar vastgebonden werden. Omdat er deuren en ramen in de kamer zaten, heeft de man zich met aangeefster verplaatst naar een tussenruimte. Hij stak soms met het mes in de muur. Ook barricadeerde hij twee van de drie deuren met de aanwezige kapstokken. Hij bleef vragen en roepen waar de cameraploeg bleef. Hij zat veel naast aangeefster met het mes continu in zijn handen of op zijn linkerbeen en bleef herhalen dat als aangeefster iets geks zou doen hij haar dood zou steken. Aangeefster ervaarde dit als heel bedreigend. [3]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat zij op 17 augustus 2017 bij de parkeervakken op het terrein van de NPO in Hilversum zag dat een man zijn linkerarm om de nek van een vrouw had geklemd en een mes vasthield in de buurt van haar keel. [4]
[getuige 2] heeft verklaard dat zij als receptioniste bij de NPO werkt. Op 17 augustus 2017 zat zij samen met haar collega [getuige 3] in de receptiehal. Zij zag twee personen binnenkomen. Ze zag dat de man zijn arm om de nek van [slachtoffer] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] ) had en haar een mes op de keel had gezet. De man zei dat hij CNN wilde spreken en dat hij zendtijd wilde. [5] [getuige 3] heeft verklaard dat hij op 17 augustus 2017 als beveiliger bij de NPO aan het werk was en achter de balie zat. [6] Hij zag dat er een vrouw binnen kwam, van wie haar rechterarm werd vastgehouden door een man. De man hield een mes bij haar keel. De man zei dat hij zijn verhaal wilde doen voor een camera bij de CNN en NOS. Daarbij zei hij dat als er meegewerkt zou worden hij niemand iets aan zou doen. Ook zei hij dat als ze niet zouden meewerken, er gewonden zouden vallen. [getuige 3] heeft hen naar een lokaal gebracht en zag dat de man de vrouw op een stoel zette. Hij bond de handen van de vrouw op haar rug en maakte deze met plakband vast. De man zei dat hij van 2002 tot 2015 lastig werd gevallen door ene [A] van de AIVD. Hij wilde dit nu allemaal kenbaar maken voor de camera. Nadat de beveiliger water had gehaald, zaten de vrouw en de man in een gangetje. Een deur was gebarricadeerd door een kapstok en klapstoel. De man hield het mes in zijn hand. De man zei dingen als “ik word onrustig, ik wil binnen 5 minuten de camera hier hebben”. Hij sneed ook met een mes in de deurstijl. [7]
Onderhandelaars van de politie zagen ter plaatse dat de gijzelnemer een mes in zijn hand had en dat naast hem een vrouw zat met haar handen op haar rug. Zij keek erg angstig. De gijzelnemer verklaarde dat hij achtervolgd werd door de AIVD en dat hij wilde dat de acties van de AIVD stopten en daarom zendtijd wilde. [8] Ook zei hij dat hij de vrouw iets aan zou doen als hij geen zendtijd kreeg en als iedereen mee zou werken er geen gewonden zouden vallen. Hij wilde de gijzelaar niets aandoen, maar dan moesten zij wel meewerken. De wereld moest weten wat de AIVD allemaal doet. Hij wilde de gijzelaar niet loslaten en zijn mes niet op de grond leggen. [9]
Verdachte is op heterdaad aangehouden. [10] In zijn kleding is een uitstel van betaling voor zwart rijden op 17 augustus 2017 om 06:16 uur aangetroffen. Daarop was te zien dat verdachte in de trein zat van Den Haag CS naar Utrecht CS. [11] Tijdens zijn verhoor heeft verdachte onder meer verklaard dat hij met de trein naar Hilversum is gegaan en daar iets verkeerds heeft gedaan. Met een mes zwaaien of zoiets. [12]
Bewijsoverweging
Door de raadsman is betoogd dat verdachte geen opzet heeft gehad op de ten laste gelegde feiten, omdat er in het rapport van het PBC onder meer beschreven is dat verdachte ten tijde van het ten laste gelegde geheel in beslag werd genomen door zijn psychotische belevingen en gedachten en daarnaar handelde. Derhalve ontbrak het bij hem aan elk inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Naar vaste jurisprudentie van de Hoge Raad [13] staat een psychische stoornis slechts dan aan een bewezenverklaring van opzet in de weg, indien bij de verdachte ten tijde van zijn handelen ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan heeft ontbroken. Daarvan zal slechts bij hoge uitzondering sprake zijn.
Een dergelijke uitzondering doet zich in het onderhavige geval niet voor. De naar de verschijningsvorm daarvan in hun onderlinge samenhang verrichte handelingen van verdachte waren gericht op het gijzelen en bedreigen van [slachtoffer] . Verdachte is daartoe met de trein van Den Haag naar Hilversum gereisd en heeft vervolgens op het mediapark [slachtoffer] - onder bedreiging met een mes - vastgepakt. Met [slachtoffer] is hij het gebouw van de NPO ingelopen en daar heeft hij zendtijd geëist. Dit alles levert een doelgericht handelen van verdachte op, waarvan moet worden aangenomen dat hij enig daarbij inzicht gehad in de draagwijdte en de mogelijke gevolgen daarvan. Zo bezien heeft verdachte opzettelijk gehandeld. Dat bij dit handelen zijn psychotische belevingen en gedachten een (grote) rol hebben gespeeld, doet aan dit bewijsoordeel niet af.
De rechtbank acht de onder 1 primair ten laste gelegde gijzeling en de onder 2 ten laste gelegde bedreiging wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
Primair
op 17 augustus 2017 te Hilversum, opzettelijk een persoon, te weten [slachtoffer] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, met het oogmerk anderen, te weten [getuige 2] en [getuige 3] en andere medewerkers en aanwezigen in het gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep,
te dwingen iets te doen , te weten toegang te verlenen tot het gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep en zendtijd ter beschikking te stellen en de NOS te informeren en een cameraploeg ter beschikking te stellen,
immers is/heeft hij, verdachte, toen daar opzettelijk wederrechtelijk
terwijl verdachte bij (een of meer van) de navolgende handelingen en uitspraken steeds een mes aan die [slachtoffer] en de in het gebouw van de Nederlandse Omroep aanwezige personen heeft getoond en/of zichtbaar heeft vastgehouden
- met een mes in zijn hand in de richting [slachtoffer] gelopen en tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij hem, verdachte, naar binnen moest brengen terwijl hij haar een mes toonde en gezegd dat als die [slachtoffer] mee zou werken er niets met haar zou gebeuren, maar als zij rare dingen zou doen hij, verdachte, haar zou doden, en
- (vervolgens) die [slachtoffer] bij haar keel gepakt en een mes, bij de keel van die [slachtoffer] gehouden en
- (vervolgens) samen met die [slachtoffer] het gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep binnen gegaan en tegen die [getuige 2] geroepen dat zij de CNN moest bellen en dat de NOS moest worden ingelicht en dat zij met een cameraploeg moesten komen, en
- (vervolgens) samen met die [slachtoffer] een kamer in gelopen en (aldaar) tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij op een stoel moest gaan zitten en vervolgens de handen van die [slachtoffer] vast/aan elkaar gebonden met tape en
- (aldaar) meermalen met een mes in een muur gestoken en
- (aldaar) deur(en) gebarricadeerd en
- (aldaar) naast die [slachtoffer] gaan zitten, terwijl hij, verdachte, een mes in zijn hand had en/of op zijn schoot/been had liggen en

-(aldaar) meermalen tegen die [slachtoffer] gezegd dat als zij iets geks zou doen hij, verdachte, haar dood zou steken, en

- tegen de aldaar aanwezige personen gezegd dat als hij, verdachte, niet binnen vijf minuten een cameraploeg zou krijgen, hij, verdachte, haar (te weten die [slachtoffer] ) overhoop zou steken, en
- tegen de aldaar aanwezige personen gezegd dat hij, verdachte, wil dat de acties van de AIVD stoppen en daarom zendtijd wil en dat hij, verdachte, die [slachtoffer] iets aan zou doen als hij, verdachte, geen zendtijd zou krijgen en dat als de aldaar aanwezige personen zouden meewerken er geen gewonden zouden vallen en dat hij, verdachte, die [slachtoffer] niets aan wilde doen, maar dan moesten de aldaar aanwezige personen wel meewerken en dat hij, verdachte, die [slachtoffer] niet los wilde laten en zijn, verdachtes, mes niet op de grond wilde leggen en dat de wereld moet weten wat de AIVD allemaal doet;
2.
op 17 augustus 2017 te Hilversum, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers is/heeft verdachte opzettelijk dreigend
- met een mes in zijn hand in de richting van die [slachtoffer] gelopen en gezegd dat als die [slachtoffer] mee zou werken er niets met haar zou gebeuren, maar als zij rare dingen zou doen, zou hij, verdachte, haar doden, en
- (vervolgens) die [slachtoffer] bij haar keel gepakt en een mes, bij de keel van die [slachtoffer] gehouden en
- de handen van die [slachtoffer] vast/aan elkaar gebonden met tape en
- meermalen met een mes, in een muur gestoken en
- naast die [slachtoffer] gaan zitten, terwijl hij, verdachte, een mes, in zijn hand had en/of op zijn schoot/been had liggen en
- meermalen tegen die [slachtoffer] gezegd dat als zij iets geks zou doen hij, verdachte, haar dood zou steken, en
- tegen de in een zaal/kamer van het/een gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep aanwezige personen gezegd dat hij als, verdachte, niet binnen vijf minuten een cameraploeg zou krijgen, hij, verdachte, haar (te weten die [slachtoffer] ) overhoop zou steken, en
- tegen de in een zaal/kamer van het/een gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep aanwezige personen gezegd dat hij, verdachte, die [slachtoffer] iets aan zou doen als hij, verdachte, geen zendtijd zou krijgen en/of dat als de aldaar aanwezige personen zouden meewerken er geen gewonden zouden vallen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 primair en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
eendaadse samenloop van
onder 1 primair:
gijzeling;
en
onder 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Bij de beoordeling van de strafbaarheid van de verdachte heeft de rechtbank kennis genomen van diverse pro Justitia rapportages en hetgeen ter terechtzitting van 7 december 2018 naar voren is gekomen.
Verdachte is tweemaal met het oog op observatie opgenomen geweest in het Pieter Baan Centrum. De eerste keer, van 13 december 2017 tot en met 24 januari 2018, heeft hij medewerking aan onderzoek geweigerd. De tweede keer, van 12 september 2018 tot en met 10 oktober 2018, heeft hij wel meegewerkt.
Uit de pro Justitia rapportage van 8 november 2018, opgemaakt door psychiater F.R. Kruisdijk en GZ-psycholoog A. Witvliet, blijkt dat er bij verdachte sprake is van prominente symptomen van de ziekelijke stoornis schizofrenie, waaraan hij de laatste jaren onderhevig is geweest. De eerste symptomen in de vorm van hallucinaties en katatone momenten manifesteerden zich in 2016. Het psychotische beeld breidde zich uit met betrekkings- en achtervolgingswanen waarin de AIVD een duidelijke rol speelde. De berichten, die in 2017 volgden na diverse bezoeken aan de AIVD en politie, wijzen in de richting van een floride psychotisch beeld met een overeenkomstig symptomencomplex zoals tijdens het huidige onderzoek is vastgesteld. De psychose bleef langere tijd onbehandeld. Ten tijde van het ten laste gelegde leed verdachte aan de symptomen van schizofrenie, die al zeker tien maanden bestonden uit een waansysteem met benadeling door de AIVD naast hallucinaties en somato-sensore wanen. Verdachte werd geheel in beslag genomen door zijn psychotische belevingen en gedachten en handelde daar ook naar. Dit toestandsbeeld is dermate knellend en dwingend geweest dat het ook richtinggevend was in de uren voor het ten laste gelegde. Het handelen van verdachte kan begrepen worden uit een wanhoopsdaad om verlost te worden van zijn hallucinaties en wanen, die hij maandenlang als levensecht beleefde. Het niet gebruiken van voorgeschreven anti psychotische medicatie kan verklaard worden uit de ziekelijke ontkenning van de schizofrenie. Gezien verdachtes pervasieve, alles overheersende, psychotische toestandsbeeld in combinatie met zijn zwakke intellectuele vermogens menen de psychiater en GZ-psycholoog dat verdachte ontoerekeningsvatbaar gehouden dient te worden voor zijn gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde.
De rechtbank neemt bovengenoemde conclusie van de deskundigen over en maakt deze tot de hare. Zij stelt vast dat bij verdachte tijdens het begaan van de bewezenverklaarde feiten een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. De rechtbank acht verdachte ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde ontoerekeningsvatbaar en zal verdachte vanwege het ontbreken van zijn strafbaarheid ontslaan van alle rechtsvervolging.

8.OPLEGGING VAN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door hem bewezen geachte feiten ter beschikking wordt gesteld (TBS) met verpleging van overheidswege.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van een op te leggen maatregel betoogd dat een TBS-maatregel als ultimum remedium dient te worden beschouwd en er nog minder vergaande alternatieven open staan. De raadsman heeft primair de oplegging van de maatregel van artikel 37 Sr bepleit en subsidiair - overeenkomstig het advies van de deskundigen in de pro Justitia rapportage van 8 november 2018 - verzocht TBS met voorwaarden op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich op 17 augustus 2017 schuldig gemaakt aan gijzeling en bedreiging van [slachtoffer] , een medewerkster van de NPO. Hij heeft haar met een mes op de keel gedwongen het gebouw van de NPO binnen te gaan, haar op een stoel vastgebonden en zendtijd geëist. Tijdens het wachten op een cameraploeg heeft hij herhaaldelijk dreigende teksten geuit, het mes in zijn handen gehouden en met het mes in muren gestoken. Deze situatie heeft meer dan uur geduurd. In haar verklaring bij de politie en de terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring komt naar voren dat [slachtoffer] in die tijd doodsangsten heeft uitgestaan. Zij heeft tot op heden veel last van de (psychische) gevolgen van het handelen van verdachte. Daarnaast geldt in zijn algemeenheid dat dergelijke feiten in de maatschappij en in het bijzonder bij omstanders sterke gevoelens van angst en onveiligheid teweegbrengen of versterken.
De persoon en zijn omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank acht geslagen op:
- een uittreksel uit de Justitiële Documentatie betreffende verdachte van 9 mei 2018, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld wegens vernielingen;
- een Rapportage pro Justitia van 20 maart 2018, opgemaakt door F.R. Kruisdijk, psychiater, en A. Witvliet, GZ-psycholoog, beiden verbonden aan het Pieter Baan Centrum;
- een Rapportage pro Justitia van 8 november 2018, opgemaakt door F.R. Kruisdijk en A. Witvliet voornoemd.
In laatstgenoemde rapportage komen de deskundigen tot de conclusie dat verdachte ten tijde van het ten laste legde – zoals gezegd – onderhevig was aan symptomen van de ziekelijke stoornis schizofrenie, die niet waren behandeld en al zeker tien maanden bestonden uit een waansysteem met benadeling door de AIVD naast hallucinaties en somato-sensore wanen. Deze symptomen zijn, na adequate instelling op het medicijn clozapine sinds ongeveer medio augustus 2018 in remissie.
In het kader van risicotaxatie merken zij, voor zover zij dat kunnen beoordelen op grond van de beschikbare informatie, het volgende op. De scores op de historische items zijn vooral verhoogd in combinatie met een actieve psychotische fase. Gewelddadige opvattingen zijn niet waarneembaar bij adequate behandeling. Ook de (eerdere) slechte respons van verdachte op behandeling blijkt samen te hangen met zijn ziekteproces. In klinisch opzicht lijkt er enig ziektebesef te groeien. Inzicht in zijn ziekte en zijn besef van het verband tussen het ervaren van symptomen en gewelddadig gedrag moet nog geheel bewerkt worden. Omdat het huidige functioneren van verdachte op licht verstandelijk gehandicapt niveau is, zal dat een factor van betekenis zijn bij het verwerven van meer inzicht en deelname aan preventieve behandelmethodes. Er zal veel geïnvesteerd moeten worden in systeemgesprekken met zijn familieleden. Indien verdachte nu zo terugkeren in de maatschappij valt hij weer terug in het dak- en thuislozencircuit. Het risico op gewelddadig gedrag naar anderen binnen een instelling is nihil tot laag als er geen psychotische verschijnselen optreden. Bij terugkeer naar de maatschappij en buiten een professionele behandelsetting kan het risico op gewelddadig gedrag naar anderen binnen zeer korte tijd hoog worden als verdachte terugvalt in een psychose.
De deskundigen zijn van mening dat verdachte verder behandeld moet worden binnen een gespecialiseerde afdeling met kennis van psychosen, forensische problematiek en licht verstandelijk gehandicapten. Gezien het ernstige beloop van de psychose rekenen zij voor volledig herstel en stabilisatie nog zeker 9 maanden. Dan kan er met een onderzoek naar de intellectuele functies een volledig beeld ontstaan van betrokkenes restcapaciteiten. In deze tijd zal ook een start gemaakt moeten worden met systeemverkenningen en het herstel van contact met familieleden. Door alsnog een hetero-anamnese uit te voeren kan een vollediger beeld gaan ontstaan van de persoonlijkheidskenmerken van verdachte die mogelijk van belang zijn in het risicomanagement. Als de geestelijke toestand van verdachte het toestaat kan aangevangen worden met voorlichtende gesprekken en trainingen ten aanzien van schizofrenie, waarbij het tempo niet al te hoog kan liggen. Tevens zal een start moeten worden gemaakt met het opstellen van een delict-analyse volgens een delict scenario procedure die een leidraad vormt voor een forensisch (vroeg)signaleringsplan. Daarnaast zal moeten worden gewerkt aan een beschermingsconstructie ten aanzien van de financiën en dient er aandacht te zijn voor dagbesteding en huisvesting van verdachte. Gelet op mogelijke terugval, wat klinisch eerder uitzondering is dan regel, en de mogelijke gevolgen daarvan voor de medicatie zijn de deskundigen van mening dat een klinische behandeling minimaal een jaar gaat duren en zeer waarschijnlijk langer, waardoor een plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis op grond van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht niet aan de orde is. De deskundigen adviseren een TBS met voorwaarden te overwegen, mede geziene het laag ingeschatte beveiligingsniveau ten aanzien van ontvluchting en agressie naar anderen.
TBS-maatregel
De rechtbank stelt vast dat:
  • bij verdachte tijdens het begaan van het feit sprake was van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens;
  • verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een misdrijf waarop een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld, te weten gijzeling, en een misdrijf dat is vermeld in artikel 37a lid 1 onder 1 Sr, namelijk bedreiging;
  • Het misdrijf van gijzeling gepaard is gegaan met fysieke agressie;
  • de deskundigen concluderen dat het risico op gewelddadig gedrag naar anderen binnen zeer korte tijd hoog kan worden als verdachte terugvalt in een psychose.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de inhoud van de rapporten waarin verdachtes psychische problematiek is beschreven, de ernst van de feiten en het gevaar voor geweldsrecidive, een terbeschikkingstelling noodzakelijk is, omdat de algemene veiligheid van personen en goederen die maatregel eist. Met de deskundigen is de rechtbank eens dat een plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van een jaar niet afdoende is.
De rechtbank zal - anders dan geadviseerd in het meest recente rapport - bevelen dat verdachte van overheidswege wordt verpleegd, omdat de algemene veiligheid van personen en goederen die verpleging eist.
De rechtbank heeft oog voor hetgeen door de deskundigen is geconcludeerd en geadviseerd, maar komt tot andere wegingen. Het klinisch beeld is op dit moment positief. De behandelresponsiviteit is op dit moment goed en verdachte is medicatiegetrouw. Dit beeld is echter pril. Na een lange periode met wanen en hallucinaties is verdachte nog maar drie maanden relatief stabiel, waarbij aangetekend wordt dat het herstel nog vele maanden gaat duren. Verdachte heeft op dit moment nog nauwelijks ziekte-inzicht. Gebrek aan ziekte-inzicht is - zo staat in de rapportage van 20 maart 2018 in zijn algemeenheid beschreven - inherent aan het ziektebeeld, waardoor behandeling vaak een proces is van vallen en opstaan, vaak bepaald door het staken van anti-psychotische medicatie, waarop weer een psychotische episode volgt. Wat betreft het medicijn clozapine is het ook nog zo dat de ervaring heeft geleerd dat patiënten daarmee vaak stoppen vanwege bijwerkingen. Daarbij komt, dat in de rapportage van 8 november 2018 staat beschreven dat psychische stabiliteit eerder uitzondering dan regel is, dat zich vaak terugvalverschijnselen aandienen en medicatie opgehoogd of vervangen moet worden. Het risico bestaat dat verdachte bij het stoppen, afbouwen of omzetten van antipsychotica binnen een week weer kan terugvallen in een floride psychotisch beeld met de bekende wanen en hallucinaties, met daarbij behorend hoog recidiverisico.
De rechtbank constateert dat verdachte in tweede instantie weliswaar naar vermogen heeft meegewerkt aan het onderzoek in het Pieter Baan Centrum, maar dat veel omtrent zijn persoon onbekend is gebleven. De onderliggende persoonlijkheid van verdachte was, mede gelet door het gebrek aan referenteninformatie en de prominente aanwezigheid van de ziekte schizofrenie niet goed onderzoekbaar. Familieleden wilden om hen moverende redenen geen informatie over verdachte verstrekken, verdachte functioneert nu feitelijk op licht verstandelijk beperkt niveau en het is onbekend in hoeverre zich dit zal herstellen. Voorts is de informatie in het dossier over het middelengebruik van verdachte tegenstrijdig. Dat laatste maakt dat de rechtbank slechts een betrekkelijk gewicht toekent aan de ter terechtzitting door psychiater Kruisdijk als deskundige gegeven toelichting, voor zover inhoudende dat terugval vooral voorkomt als sprake is van middelenproblematiek, waarvan bij verdachte naar zijn zeggen geen sprake is.
Die algemene veiligheid eist verpleging van overheidswege.
De maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd ter zake van misdrijven gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten een poging doodslag en poging zware mishandeling. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Gelet op het bepaalde in artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht is het opleggen van de maatregel niet gegrond op artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.

9.BESLAG

Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een mes en
- het verpakkingsmateriaal,
verbeurd verklaren.
Met betrekking tot deze voorwerpen is het onder bewezenverklaarde begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten:
- een stuk papier A4.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 25.000, -. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde. Daarnaast vraagt zij vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, te weten een bedrag van € 904, -. De advocaat van de benadeelde partij heeft bepleit bij de vaststelling van de hoogte van de schade aandacht te hebben voor de jurisprudentie ontwikkeld in de omringende landen.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering inclusief wettelijke rente toewijsbaar is, maar voor wat betreft de immateriële schade op een lager bedrag dient te worden vastgesteld. Daarbij heeft hij gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair betoogd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in haar vordering vanwege de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft hij betoogd dat de immateriële schade op een lager bedrag dient te worden vastgesteld, namelijk naar de maatstaven van de Nederlandse jurisprudentie.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat de benadeelde partij [slachtoffer] schade heeft geleden naar aanleiding van de bewezenverklaarde strafbare feiten. In het licht van de aard en ernst van de gevorderde schade is evident dat de geldelijke waardering daarvan niet eenvoudig is. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de hoogte van de schade aansluiting gezocht bij de bandbreedte die daarvoor in de Nederlandse jurisprudentie bestaat en is van oordeel dat tegen die achtergrond een immateriële schadevergoeding van in totaal € 6.000, - billijk en toewijsbaar is. De rechtbank zal daarom de vordering voor wat betreft dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 17 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op grond van het zogenoemde liquidatietarief in civiele zaken behorend bij het toegewezen bedrag. De rechtbank kent 2 punten toe zodat de kosten worden begroot op € 600, -. Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente op de wijze als hieronder bij de beslissing is omschreven.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 6000, - te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 17 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 1 dag hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft. De rechtbank bepaalt de vervangende hechtenis op het minimum van 1 dag nu niet is gebleken van enig vermogen of inkomen bij verdachte en tenuitvoerlegging van de schadevergoedingsmaatregel zeer waarschijnlijk zal leiden tot tenuitvoerlegging van die hechtenis.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.VORDERING TENUITVOERLEGGING

De rechtbank zal – zoals door de officier van justitie ter terechtzitting is gevorderd – de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 09/817358-17 afwijzen. Reden daarvoor is dat tenuitvoerlegging van een eerder aan verdachte voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf in het licht van wat over de persoon van de verdachte is gebleken en gelet op de aard van de in de onderhavige zaak op te leggen maatregel niet opportuun is.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 37a, 37b, 55, 282a en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 primair en 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid feiten
- verklaart het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
Strafbare dader
- verklaart verdachte voor het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde
niet strafbaaren
ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging;
Oplegging maatregel
- gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat hij van overheidswege wordt verpleegd;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • een mes;
  • het verpakkingspapier van het mes;
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
 bedrukt papier met geschreven tekst;
Benadeelde partij [slachtoffer]
immateriële schade
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 6.000, -;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat
  • € 6.000, - te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2017 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
rechtsbijstand
- veroordeelt verdachte ook in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op € 600, - te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.M.A. Sinnige, voorzitter, mrs. R. Veldhuisen en L.C. Michon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 december 2018.
Mr. Michon, voornoemd, is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
Primair
hij op of omstreeks 17 augustus 2017 te Hilversum, althans in het arrondissementsparket Midden-Nederland, opzettelijk een persoon, te weten [slachtoffer] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk anderen of een ander, te weten [getuige 2] en/of [getuige 3] en/of andere medewerker(s) en/of aanwezige(n) in het/een (naast/nabij gelegen) gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep en/of de Nederlandse Omroep Stichting en/of Cable News Network
te dwingen iets te doen of niet te doen, te weten toegang te verlenen tot het gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep en/of zendtijd ter beschikking te stellen en/of de NOS te informeren en/of de AIVD te informeren en/of een cameraploeg ter beschikking te stellen,
immers is/heeft hij, verdachte, toen daar opzettelijk wederrechtelijk terwijl verdachte bij (een of meer van) de navolgende handeling(en) en/of uitspra(a)k(en) steeds een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan die [slachtoffer] en/of de in het gebouw van de Nederlandse Omroep aanwezige perso(o)n(en) heeft getoond en/of zichtbaar heeft vastgehouden
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn hand in de richting [slachtoffer] gelopen en/of tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij hem, verdachte, naar binnen moest brengen (terwijl hij haar een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, toonde) en/of gezegd dat als die [slachtoffer] mee zou werken er niets met haar zou gebeuren, maar als zij rare dingen zou doen hij, verdachte, haar zou doden, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] bij haar keel gepakt en/of een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, bij/in de richting van de keel van die [slachtoffer] gehouden en/of
- (vervolgens) samen met die [slachtoffer] het gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep binnen gegaan en/of tegen die [getuige 2] geroepen dat zij de CNN moest bellen en/of dat de NOS moest worden ingelicht en dat zij met een cameraploeg moesten komen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) samen met die [slachtoffer] een kamer in gelopen en/of (aldaar) tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij op een stoel moest gaan zitten en/of vervolgens de handen van die [slachtoffer] vast/aan elkaar gebonden met tape en/of
- (aldaar) meermalen met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in (een) mu(ur(en) gestoken en/of
- (aldaar) één of meer deur(en) gebarricadeerd en/of geblokkeerd (met één) of meer kapstok(ken)) en/of
- (aldaar) naast die [slachtoffer] gaan zitten, terwijl hij, verdachte, een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn hand(en) had en/of op zijn schoot/been had liggen en/of

-(aldaar) meermalen tegen die [slachtoffer] gezegd dat als zij iets geks zou doen hij, verdachte haar dood zou steken, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of

- tegen de aldaar aanwezige perso(o)n(en) gezegd dat als hij, verdachte, niet binnen vijf minuten een cameraploeg zou krijgen, hij, verdachte, haar (te weten die [slachtoffer] ) overhoop zou steken, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- tegen de aldaar aanwezige perso(o)n(en) gezegd dat hij, verdachte, wil dat de acties van de AIVD stoppen en daarom zendtijd wil en/of dat hij, verdachte, die [slachtoffer] iets aan zou doen als hij, verdachte, geen zendtijd zou krijgen en/of dat als de aldaar aanwezige perso(o)n(en) zouden meewerken er geen gewonden zouden vallen en/of en/of dat hij, verdachte, die [slachtoffer] niets aan wilde doen, maar dan moesten de aldaar aanwezige perso(o)n(en) wel meewerken en/of dat hij, verdachte, die [slachtoffer] niet los wilde laten en/of zijn, verdachtes, mes niet op de grond wilde leggen en/of dat de wereld moet weten wat de AIVD allemaal doet;
subsidiair
hij op of omstreeks 17 augustus 2017 te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk een persoon, te weten [slachtoffer] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
immers is/heeft hij, verdachte, toen daar opzettelijk wederrechtelijk
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn hand in de richting [slachtoffer] gelopen en/of tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij hem, verdachte, naar binnen moest brengen (terwijl hij haar een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, toonde) en/of gezegd dat als die [slachtoffer] mee zou werken er niets met haar zou gebeuren, maar als zij rare dingen zou doen hij, verdachte, haar zou doden, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] bij haar keel gepakt en/of een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, bij/in de richting van de keel van die [slachtoffer] gehouden en/of
- (vervolgens) samen met die [slachtoffer] het gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep binnen gegaan en/of tegen die [getuige 2] geroepen dat zij de CNN moest bellen en/of dat de NOS moest worden ingelicht en dat zij met een cameraploeg moesten komen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) samen met die [slachtoffer] een kamer in gelopen en/of (aldaar) tegen die [slachtoffer] gezegd dat zij op een stoel moest gaan zitten en/of vervolgens de handen van die [slachtoffer] vast/aan elkaar gebonden met tape en/of
- (aldaar) één of meer deur(en) gebarricadeerd en/of geblokkeerd (met één) of meer kapstok(ken)) en/of
- (aldaar) naast die [slachtoffer] gaan zitten, terwijl hij, verdachte, een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn hand(en) had en/of op zijn schoot/been had liggen en/of

-(aldaar) meermalen tegen die [slachtoffer] gezegd dat als zij iets geks zou doen hij, verdachte haar dood zou steken, althans woorden van gelijke aard en/of strekking.

2.
hij op of omstreeks 17 augustus 2017 te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is/heeft verdachte opzettelijk dreigend
- met een mes in zijn hand in de richting van die [slachtoffer] gelopen en/of gezegd dat als die [slachtoffer] mee zou werken er niets met haar zou gebeuren, maar als zij rare dingen zou doen, zou hij, verdachte, haar doden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] bij haar keel gepakt en/of een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, bij/in de richting van de keel van die [slachtoffer] gehouden en/of
- de handen van die [slachtoffer] vast/aan elkaar gebonden met tape en/of
- meermalen met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in (een) mu(u)r(en) gestoken en/of
- naast die [slachtoffer] gaan zitten, terwijl hij, verdachte, een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn hand(en) had en/of op zijn schoot/been had liggen en/of
- meermalen tegen die [slachtoffer] gezegd dat als zij iets geks zou doen hij, verdachte, haar dood zou steken, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- tegen de in een zaal/kamer van het/een gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep aanwezige perso(o)n(en) gezegd dat hij als, verdachte, niet binnen vijf minuten een cameraploeg zou krijgen, hij, verdachte, haar (te weten die [slachtoffer] ) overhoop zou steken, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- tegen de in een zaal/kamer van het/een gebouw van de Nederlandse Publieke Omroep aanwezige perso(o)n(en) gezegd dat hij, verdachte, die [slachtoffer] iets aan zou doen als hij, verdachte, geen zendtijd zou krijgen en/of dat als de aldaar aanwezige perso(o)n(en) zouden meewerken er geen gewonden zouden vallen, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 17 augustus 2017, genummerd PL0900-2017252199, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 132. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 41.
3.Pagina 42.
4.Pagina 37 en 38.
5.Pagina 31, laatste drie alinea’s en pagina 32, alinea 4.
6.Pagina 34.
7.Pagina 35.
8.Pagina 45.
9.Pagina 46.
10.Pagina 9.
11.Pagina 8.
12.Pagina 14.