In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 maart 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en de Gemeente. De eiseres, die in het verleden bedreigd en gestalkt is door haar ex-partner, vorderde schadevergoeding van de Gemeente omdat een medewerker van de Gemeente onrechtmatig persoonsgegevens van haar zoon had opgevraagd in het Basisregister Persoonsregistratie (BRP). De eiseres stelde dat deze bevraging door de consulent burgerzaken, die de echtgenote van haar ex-partner is, haar en haar zoon in gevaar heeft gebracht. De Gemeente betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat de bevraging niet onrechtmatig was omdat de consulent geautoriseerd was om het systeem te raadplegen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente aansprakelijk was voor het onrechtmatig handelen van haar medewerker, maar dat de eiseres niet voldoende had aangetoond dat zij al schade had geleden. De vorderingen tot schadevergoeding werden daarom afgewezen. De eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die op € 2.972,-- werden begroot. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij het omgaan met persoonsgegevens en de verantwoordelijkheden van werkgevers voor het handelen van hun werknemers.