ECLI:NL:RBMNE:2019:2192

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 mei 2019
Publicatiedatum
16 mei 2019
Zaaknummer
BM 16892
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • P.A.M. Penders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag en benoeming van bewindvoerder in verband met geestelijke toestand

In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 10 mei 2019, is het verzoek van verzoekster tot ontslag van haar huidige bewindvoerder en benoeming van een nieuwe bewindvoerder behandeld. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de feiten en omstandigheden, waaronder de geestelijke toestand van verzoekster, die aanleiding gaven tot het instellen van bewind. Verzoekster heeft aangegeven ontevreden te zijn over de dienstverlening van de huidige bewindvoerder, die volgens haar niet adequaat reageert op haar financiële wensen en geen inzicht biedt in de rekening en verantwoording. De bewindvoerder heeft verklaard dat hij de rekening en verantwoording niet met verzoekster bespreekt vanwege haar geestelijke toestand, wat de kantonrechter niet voldoende achtte om geen bespreking te vereisen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huidige bewindvoerder, [A], vennoot van [vennootschap onder firma 1], met ingang van 16 mei 2019 wordt ontslagen. Tevens is [B], h.o.d.n. [vennootschap onder firma 2], benoemd als de nieuwe bewindvoerder. De kantonrechter heeft benadrukt dat van een bewindvoerder verwacht mag worden dat hij de financiële situatie van de rechthebbende minstens eenmaal per jaar bespreekt, ongeacht de reden van het bewind. De beloning van de nieuwe bewindvoerder is vastgesteld op € 533,00 (exclusief btw) voor de aanvangswerkzaamheden. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bewindsbureau
locatie Utrecht
zaaknummer: 7469775 UT VERZ 19-933 jdb
BM nummer : BM 16892
Beschikking op een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder en benoeming van een nieuwe bewindvoerder d.d. 10 mei 2019
Op verzoek van:

[verzoekster] ,

[adres] ,
[postcode] [woonplaats] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
hierna te noemen: verzoekster.

De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 27 september 2018;
  • de bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder(s) om tot opvolgende bewindvoerder(s) te worden benoemd.
De zaak is behandeld ter zitting van 26 april 2019. Ter zitting zijn verschenen:
  • [verzoekster] ; verzoekster/rechthebbende;
  • [A] , vennoot van [vennootschap onder firma 1] ; bewindvoerder;
  • [B] h.o.d.n. [vennootschap onder firma 2] ; beoogd opvolgend bewindvoerder.
Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden.

De beoordeling

Bij beschikking van de kantonrechter te Amersfoort d.d. 5 augustus 2013 is het vermogen van verzoekster onder bewind gesteld. Nu is
[A] , vennoot van [vennootschap onder firma 1], correspondentieadres: postbus [postbusnummer] , [postcode] [vestigingsplaats] , bewindvoerder. Het verzoek strekt tot ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van
[B] h.o.d.n. [vennootschap onder firma 2], correspondentieadres: postbus [postbusnummer] , [postcode] [vestigingsplaats] tot opvolgend bewindvoerder.
Verzoekster stelt dat zij niet tevreden is over de dienstverlening van de bewindvoerder. Verzoekster voert ter onderbouwing van haar verzoek aan dat de bewindvoerder regelmatig geen gehoor geeft aan haar financiële wensen ondanks het feit dat de financiën van verzoekster tijdens het bewind zijn gestabiliseerd, alle schulden zijn afgelost en haar financiële wensen haar draagkracht niet overstijgen. Ook krijgt zij geen inzicht in de rekening en verantwoording. Verzoekster is het vertrouwen in de dienstverlening door de bewindvoerder verloren.
De bewindvoerder heeft verklaard de rekening en verantwoording niet met rechthebbende te bespreken omdat het bewind is ingesteld vanwege de geestelijke toestand van rechthebbende en deze daarom niet in staat is de rekening en verantwoording zelf te beoordelen. Verder voert de bewindvoerder ter zitting aan dat hij, ondanks het feit dat de schulden zijn afgelost, het noodzakelijk vindt dat een deel van de bijstandsuitkering wordt aangewend om als buffer te dienen voor het geval dat er in de toekomst meer uitgaven zouden zijn dan inkomsten. Het is volgens hem correct dat de vermogensgrens om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering overschreden wordt door dit spaargedrag, maar rechthebbende zou hierdoor niet gekort kunnen worden op haar bijstandsuitkering omdat gemeente [naam gemeente] het bedrag wat gespaard wordt van de bijstandsuitkering niet mee zou rekenen bij het vaststellen van het vermogen van rechthebbende.
De kantonrechter wijst de bewindvoerder er op dat van hem verwacht wordt dat hij minstens eenmaal per jaar de financiële situatie van rechthebbende met haar bespreekt. Daarbij is niet relevant op welke grond het bewind is uitgesproken. De bewindvoerder hoeft alleen dan de rekening en verantwoording niet met rechthebbende te bespreken als rechthebbende expliciet heeft aangegeven geen bespreking te wensen of als evident is dat rechthebbende in het geheel niets van haar financiën zal begrijpen zoals bijvoorbeeld bij ver voortgeschreden dementie of een ontwikkelingsleeftijd van 2 jaar. Van een bewindvoerder mag worden verwacht dat hij een rekening en verantwoording op het niveau van zijn cliënt kan uitleggen.
De kantonrechter is, gelet op de inhoud van de stukken en de behandeling ter terechtzitting
van oordeel dat het verzoek tot ontslag behoort te worden ingewilligd. De kantonrechter zal de voorgestelde bewindvoerder benoemen nu van bezwaren tegen deze benoeming niet is gebleken.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 533,00 (exclusief btw).
Op basis van de stukken en de behandeling ter zitting is vastgesteld dat verzoekster op dit moment niet in staat is om de rekening en verantwoording te beoordelen.
Op basis van de stukken en de behandeling ter zitting is vastgesteld dat verzoekster op dit moment niet in staat is om toestemming te geven voor de handelingen als bedoeld in artikel 1:441 lid 2 Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 533,00 (exclusief btw).

De beslissing

De kantonrechter:
- ontslaat
[A] , vennoot van [vennootschap onder firma 1]voornoemd met ingang van 16 mei 2019 als bewindvoerder;
- benoemt met ingang van 16 mei 2019 tot bewindvoerder
[B] h.o.d.n. [vennootschap onder firma 2]voornoemd;
- stelt de beloning vast op de tarieven die hiervoor zijn bepaald.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A.M. Penders, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2019, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend.