ECLI:NL:RBMNE:2019:2261
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor illegaal binnendringen in een pand dat nog in gebruik is als oefenpand voor de politie
Op 20 mei 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 28-jarige man, die werd beschuldigd van het illegaal binnendringen van een pand aan de Krakelingenweg in Zeist. De rechtbank oordeelde dat de man, die zich samen met anderen in het pand bevond, zich schuldig had gemaakt aan huisvredebreuk. De rechtbank legde hem een gevangenisstraf op van 14 dagen, waarvan 10 dagen voorwaardelijk. De overige acht verdachten werden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat er geen bewijs was dat zij bij de eerste groep binnendringers hoorden.
De rechtbank overwoog dat het pand nog in gebruik was als oefenpand voor het arrestatieteam van de politie, waardoor er geen sprake was van kraken. De verdediging voerde aan dat de acties van de verdachten moesten worden gezien als een vreedzaam protest, maar de rechtbank oordeelde dat de aanhouding en vervolging van de verdachte gerechtvaardigd waren. De rechtbank concludeerde dat de verdachte op 14 maart 2019 wederrechtelijk had vertoefd in het pand, maar sprak hem vrij van het primair ten laste gelegde feit van kraken, omdat het gebruik van het pand niet was beëindigd.
De rechtbank verklaarde de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging en oordeelde dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk was, omdat aan de verdachte geen straf of maatregel werd opgelegd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij de vervolging van verdachten die betrokken zijn bij demonstraties en vreedzaam protest.