In deze zaak heeft de kantonrechter te Utrecht op 21 mei 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van een nieuwe bewindvoerder. Verzoekster, geboren in 1987, heeft op 22 november 2018 een verzoekschrift ingediend, waarin zij aangeeft dat de reisafstand tussen haar woonplaats en de vestigingsplaats van de huidige bewindvoerder een belemmering vormt voor de uitvoering van het bewind. Daarnaast heeft zij geklaagd over onvoldoende betrokkenheid en informatie vanuit de bewindvoerder met betrekking tot haar schulden en het opstarten van een schuldhulpverleningstraject.
De huidige bewindvoerder heeft in haar schriftelijke reactie aangegeven geen redenen te zien voor ontslag en stelt dat de afstand geen belemmering vormt voor de uitvoering van haar taken. De kantonrechter heeft op 21 mei 2019 een mondelinge behandeling bepaald, maar de bewindvoerder heeft zich afgemeld zonder opgaaf van redenen. De kantonrechter heeft de handelswijze van de bewindvoerder als onzorgvuldig beoordeeld, vooral gezien het feit dat verzoekster al sinds 6 januari 2017 op haar huidige adres is ingeschreven en het legitiem is dat zij een bewindvoerder in haar omgeving zoekt.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de bewindvoerder de belangen van verzoekster heeft geschaad door geen medewerking te verlenen aan de overstap naar een andere bewindvoerder, wat heeft geleid tot aanzienlijke vertraging in het oplossen van haar schulden. De kantonrechter heeft daarom besloten de huidige bewindvoerder te ontslaan en de voorgestelde nieuwe bewindvoerder te benoemen, met een vastgestelde beloning voor de aanvangswerkzaamheden van € 533,00. De beslissing is openbaar uitgesproken en verzoekster kan binnen drie maanden hoger beroep instellen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.