ECLI:NL:RBMNE:2019:2833
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek tegen politierechter in strafzaak
Op 11 juni 2019 heeft de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. G.A. Bos, politierechter. Het wrakingsverzoek, ingediend op 20 mei 2019, was gericht tegen de rechter die eerder betrokken was bij een strafzaak met parketnummer 16/659070-18. De verzoeker had eerder op 8 november 2018 al een wrakingsverzoek ingediend tegen dezelfde rechter, dat ongegrond was verklaard. Tijdens de behandeling van het nieuwe wrakingsverzoek op 28 mei 2019 was de gewraakte rechter afwezig, en de officier van justitie was ook niet verschenen.
De verzoeker heeft vijf gronden voor zijn wrakingsverzoek aangevoerd, waaronder beschuldigingen van partijdigheid en het niet serieus nemen van zijn aangiften. De wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker te laat was met het indienen van zijn wrakingsgronden, aangezien deze al eerder bekend waren. De gronden 1 en 2 waren al bekend op 8 november 2018, en de verzoeker had deze toen niet aangevoerd. Ook de andere gronden waren gebaseerd op feiten die vóór de indiening van het wrakingsverzoek bekend waren.
De wrakingskamer concludeerde dat de verzoeker niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn wrakingsverzoek. Bovendien werd opgemerkt dat de voortgang van de strafzaak ernstig werd belemmerd door de herhaalde wrakingsverzoeken van de verzoeker. De wrakingskamer besloot dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoeker in de betreffende strafzaak niet in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.