Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
3.Het geschil
4.De beoordeling
980,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 juli 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] B.V. en ONVZ Ziektekostenverzekeraar N.V. [eiseres] vorderde betaling van openstaande declaraties ter waarde van € 158.022,41, die ONVZ had opgeschort in verband met een lopend fraudeonderzoek. De rechtbank oordeelde dat ONVZ voldoende redenen had om de betalingen op te schorten, gezien de bevindingen van het fraudeonderzoek en de twijfels over de rechtmatigheid van de ingediende declaraties. De voorzieningenrechter benadrukte dat bij een kort geding terughoudendheid is geboden en dat de belangen van partijen zorgvuldig moeten worden afgewogen. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van [eiseres] niet voldoende aannemelijk waren en wees deze af. Tevens werd [eiseres] veroordeeld in de proceskosten van ONVZ, die op € 1.619,00 werden begroot. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor zorgaanbieders om transparant en rechtmatig te handelen in hun declaraties en de bevoegdheid van zorgverzekeraars om betalingen op te schorten bij vermoedens van fraude.