ECLI:NL:RBMNE:2019:4637

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 augustus 2019
Publicatiedatum
4 oktober 2019
Zaaknummer
7085175
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot herstelwerkzaamheden en schadevergoeding na renovatie door verhuurder

In deze zaak vordert de eiseres, die een woning huurt van de Stichting Portaal, dat de gedaagde partij verplicht wordt om diverse herstelwerkzaamheden uit te voeren na renovatie van het woningcomplex. De renovatie, die in mei 2017 begon, werd door meer dan 70% van de huurders goedgekeurd, maar eiseres heeft niet ingestemd met het voorstel. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 mei 2019 heeft eiseres haar vorderingen uiteengezet, waarbij zij stelt dat de gedaagde partij niet heeft voldaan aan de gemaakte afspraken en dat er schade is ontstaan door de renovatiewerkzaamheden.

De gedaagde partij, Stichting Portaal, voert verweer en stelt dat eiseres niet heeft meegewerkt aan de oplevering van de woning, wat volgens hen leidt tot schuldeisersverzuim. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de samenwerking tussen eiseres en Portaal problematisch was, en dat eiseres door haar houding het voor Portaal onmogelijk heeft gemaakt om aan haar verplichtingen te voldoen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot herstelwerkzaamheden moet worden afgewezen.

Daarnaast vordert eiseres een schadevergoeding van € 2.150,00 omdat de renovatiewerkzaamheden langer hebben geduurd dan gepland. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiseres recht heeft op een vergoeding van € 500,00 voor de vertraging, maar heeft de overige vorderingen afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moeten dragen. Het vonnis is uitgesproken op 21 augustus 2019.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7085175 AC EXPL 18-2258 WJ/40222
Vonnis van 21 augustus 2019
inzake
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. G.H. Zijlstra,
tegen:
de stichting
Stichting Portaal,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen Portaal,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. F.J. Ringnalda.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 juli 2018;
- de conclusie van antwoord van 26 september 2018.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 mei 2019. De griffier heeft daarvan aantekening gehouden.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] huurt van Portaal een woning aan de [adres] in [woonplaats] . Portaal heeft in mei 2017 een voorstel gedaan om het woningcomplex waar de woning van [eiseres] deel van uitmaakt te renoveren. Omdat meer dan 70% van de huurders heeft ingestemd met het voorstel, kon de renovatie doorgaan. [eiseres] heeft niet ingestemd met het voorstel. Naast het algemene renovatieplan voor het complex zijn er ook persoonlijke afspraken met [eiseres] gemaakt. In november 2017 is men begonnen met de renovatiewerkzaamheden.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Portaal om de hierna te noemen werkzaamheden uit te voeren op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag. De werkzaamheden bestaan uit het volgende:
terugplaatsen van een camera
verven van een koof bij de trap
verven van de beschadigde trap
vervangen van de grondplaten in de keuken
vervangen van de deurklink
vastzetten van de luifel met zeven schroeven met ondersteunende palen
herstellen van de vloerafwerking in de gang
terugplaatsen van de plinten in de gang
herstellen van de niet-sluitende kozijnen
vervangen getrapte vensterbank in de badkamer
aanpassen raam in badkamer
herstellen van de tegel in de keuken
waterpas maken van de tegels in de tuin
herstellen van de veranda
repareren van het kraantje in de regenton
afmaken van de regenafvoerpijp
verven van de deurpost van de wc
opnieuw schilderen van de schuur
repareren van de gipsplaat op de vliering
korter maken van de bout van het zonnescherm
Op de mondelinge behandeling heeft [eiseres] punt q ingetrokken.
3.2.
[eiseres] heeft met betrekking tot de punten c, l, o en s aangevoerd dat deze punten zien op het herstel van schade die is ontstaan tijdens de renovatiewerkzaamheden. Deze schade is niet hersteld door Portaal. Met betrekking tot de overige punten heeft [eiseres] aangevoerd dat deze niet zijn uitgevoerd conform het renovatieplan, de persoonlijke afspraken die zijn gemaakt of de mondelingen toezeggingen die haar zijn gedaan. Op die punten is volgens [eiseres] dus niet gedaan wat is afgesproken.
3.3.
[eiseres] vordert daarnaast bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Portaal om binnen 14 dagen een bedrag van € 2.150,00 aan haar te voldoen. Aan deze vordering heeft [eiseres] ten grondslag gelegd dat de werkzaamheden 117 werkdagen langer hebben geduurd dan gepland.
3.4.
Portaal heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten. Portaal betwist dat zij verplicht is om de genoemde werkzaamheden uit te voeren en dat zij nog een vergoeding moet betalen aan [eiseres] voor het te laat voltooien van de werkzaamheden. Portaal heeft daarnaast twee bevrijdende verweren gevoerd tegen de gevorderde herstelwerkzaamheden. Allereerst is er volgens Portaal sprake van schuldeisersverzuim, omdat [eiseres] niet mee heeft gewerkt aan het herstel van de gebreken. Daarnaast wijst Portaal erop dat [eiseres] in strijd met artikel 7:222 BW de door haar gestelde gebreken niet bij Portaal heeft gemeld. De schade die hierdoor is ontstaan moet daarom voor rekening van [eiseres] komen.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Herstelwerkzaamheden

4.1.
De kantonrechter zal hierna eerst de verweren behandelen die Portaal heeft aangevoerd tegen de werkzaamheden die Portaal volgens [eiseres] nog moet uitvoeren.
4.2.
Portaal heeft als eerste aangevoerd dat er sprake is van schuldeisersverzuim. Uit artikel 6:58 BW volgt dat een schuldeiser zelf in verzuim komt als hij ervoor zorgt dat een overeenkomst door de ander niet kan worden nagekomen. Het kan een schuldenaar namelijk niet worden verweten dat hij zijn verplichtingen niet nakomt als dat komt omdat de schuldeiser dat verhindert.
4.3.
De samenwerking tussen [eiseres] en Portaal en de aannemer is van begin af aan stroef geweest. De kantonrechter begrijpt dat de renovatie voor [eiseres] erg ingrijpend en belastend is geweest. Het is echter onmogelijk om een renovatie uit te voeren zonder overlast voor bewoners. De kantonrechter heeft daarnaast ter zitting gehoord en in het dossier gelezen dat Portaal haar best heeft gedaan om het zo makkelijk mogelijk te maken voor [eiseres] . Het is mogelijk dat het voor het gevoel van [eiseres] niet altijd goed is gegaan, maar dat doet geen afbreuk aan de intenties van Portaal. Er zijn verschillende initiatieven vanuit Portaal en haar aannemer uitgegaan om [eiseres] tegemoet te komen. Het werd Portaal echter niet altijd makkelijk gemaakt door de houding van [eiseres] voor, tijdens en na de werkzaamheden.
4.4.
Voor de beoordeling of er sprake is van schuldeisersverzuim zijn de volgende dingen van belang. Nadat de werkzaamheden volgens Portaal en de aannemer zijn afgerond, heeft [eiseres] geweigerd mee te werken aan de oplevering van de woning. Op 10 december 2017 stuurt zij vervolgens een brief aan Portaal met werkzaamheden die nog uitgevoerd moeten worden. Na een gesprek op 16 januari 2018 bij [eiseres] over de werkzaamheden stuurt Portaal op 29 januari 2018 een brief met de gemaakte afspraken. In opdracht van Portaal worden er vervolgens werkzaamheden verricht in het huis van [eiseres] om deze afspraken na te komen. Op 15 februari 2018 worden de werklieden (op de timmerman na) echter weggestuurd door [eiseres] . Op 16 februari 2018 kunnen de werklieden het werk alsnog afmaken.
4.5.
Toch blijven er volgens [eiseres] werkzaamheden die niet of niet goed zijn verricht. Ze stuurt daarom op 6 maart 2018 opnieuw een brief aan Portaal met een lijst met uit te voeren werkzaamheden. Portaal heeft daar vervolgens per e-mail van 23 maart 2018 op gereageerd. Enkele werkzaamheden worden nog door Portaal opgepakt en voor het overige geeft Portaal aan waarom die niet worden uitgevoerd. Portaal wijst [eiseres] daarnaast nog op de mogelijkheid om naar de servicedag van de aannemer op 5 juni 2018 te gaan. Bewoners kunnen voor die dag een afspraak maken met de aannemer zodat mankementen worden hersteld. [eiseres] maakt hier geen gebruik van. Nadat de dagvaarding op 18 juli 2018 wordt betekend, heeft Portaal opnieuw voorgesteld om bij [eiseres] langs te komen om de gestelde gebreken te bekijken. [eiseres] heeft dit geweigerd.
4.6.
Gelet op het voorgaande blijkt dat Portaal steeds in contact is getreden met [eiseres] om haar ontevredenheid weg te nemen. Door niet mee te werken aan de oplevering, niet naar de servicedag te gaan en niet in te gaan op de uitnodiging van Portaal om de gestelde gebreken te bekijken, heeft [eiseres] het echter onmogelijk gemaakt voor Portaal om te voldoen aan de mogelijk nog op haar rustende verplichtingen. Voor zover er nog verplichtingen op Portaal rusten, is er daarom sprake van schuldeisersverzuim. Het gevolg hiervan is dat de vordering om Portaal te veroordelen om de onder punt 3.1 genoemde werkzaamheden uit te voeren moet worden afgewezen.
4.7.
Omdat de vordering met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden op dit punt al wordt afgewezen, is er geen reden om in te gaan op het andere verweer en op de afzonderlijke herstelwerkzaamheden.
Vergoeding te laat voltooien werkzaamheden
4.8.
[eiseres] heeft daarnaast een vergoeding gevorderd omdat de werkzaamheden langer hebben geduurd dan ze volgens de planning zouden duren. Uit het renovatievoorstel volgt dat de werkzaamheden maximaal zeven dagen zouden duren en dat Portaal een bedrag van
€ 25,00 is verschuldigd per werkdag dat de werkzaamheden langer duren. Volgens [eiseres] hebben de werkzaamheden in totaal 117 werkdagen langer geduurd dan de toegestane zeven dagen. Omdat zij al een vergoeding van € 775,00 heeft ontvangen, heeft zij nog recht op een vergoeding van € 2.150,00.
4.9.
Portaal heeft aangevoerd dat de vergoeding alleen geldt voor de nul-op-de-meter renovatie. Op pagina 35 van het voorstel staat dat de vergoeding niet geldt voor het vervangen van de keuken. Hiermee gaat Portaal echter voorbij aan het feit dat het vervangen van de kookplaat onderdeel is van de nul-op-de-meter renovatie. Zoals ook blijkt uit pagina 13 van het renovatievoorstel is onderdeel van de renovatie dat de gasaansluiting komt te vervallen en dat er een elektrische aansluiting komt voor het koken. Hierbij ontvangen bewoners een inductiekookplaat. Op basis van het renovatieplan heeft zij daarom recht op vergoeding voor het te laat leveren van deze kookplaat. De vergoeding die [eiseres] al heeft gekregen is bovendien onder andere gegeven voor het feit dat de kookplaat te laat geleverd was.
4.10.
De kantonrechter zal echter niet de volledige gevorderde vergoeding toewijzen. Portaal heeft pas op 21 april 2018 de juiste kookplaat geleverd, maar op 15 februari 2018 is er al wel een andere kookplaat geleverd. Deze kookplaat was ook bruikbaar voor [eiseres] . Aangezien de vergoeding bedoeld is om overlast te compenseren, ziet de kantonrechter geen reden om ook een vergoeding toe te kennen voor de periode vanaf 15 februari 2018. De kantonrechter sluit voor het bepalen van de vergoeding daarom aan bij 15 februari 2018. Uit de reeds toegekende vergoeding blijkt dat er een vergoeding is gegeven voor de periode tot 18 januari 2018. In de periode tussen 18 januari 2018 en 15 februari 2018 liggen nog 20 werkdagen. De kantonrechter zal daarom een vergoeding van 20 * € 25,00 =
€ 500,00 toekennen.
4.11.
Omdat beide partijen gelijk, maar ook ongelijk hebben gekregen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd. Dat houdt in dat beide partijen hun eigen kosten moeten betalen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Portaal om aan [eiseres] een bedrag van € 500,00 te betalen tegen bewijs van kwijting;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Wolbrink, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2019.