Uitspraak
3.[gedaagde sub 3] B.V.,
4.[gedaagde sub 4] B.V.,
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
€ 1.390,00(twee punten à € 695,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderde de maatschap [eiseres] betaling van onbetaalde facturen van vier besloten vennootschappen, [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4]. De werkzaamheden waarvoor de facturen waren opgesteld, omvatten onder andere het opstellen en publiceren van jaarstukken en het indienen van belastingaangiftes. De gedaagden betwistten de vorderingen van [eiseres] en voerden aan dat de werkzaamheden niet of ondeugdelijk waren uitgevoerd, en dat er geen overeenkomsten tot stand waren gekomen met [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4]. De rechtbank oordeelde dat er wel degelijk overeenkomsten waren en dat de gedaagden toerekenbaar tekortgeschoten waren in hun verplichtingen. De rechtbank wees de vorderingen van [eiseres] toe, met uitzondering van een factuur die dubbel was gefactureerd. In reconventie vorderden de gedaagden schadevergoeding, maar deze vordering werd afgewezen. De rechtbank veroordeelde de gedaagden tot betaling van de openstaande bedragen, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, en stelde de proceskosten vast.