Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2020 in de zaak tussen
[eiser] en [eiseres] , uit [woonplaats] , eisers
[naam derde-partij], uit [woonplaats] , vergunninghouder.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een warmtepomp. De vergunninghouder had op 24 april 2018 een aanvraag ingediend voor de plaatsing van een buitenunit (warmtepomp) op zijn perceel. De gemeente Amersfoort, als verweerder, verleende de vergunning op basis van de kruimelregeling, omdat de warmtepomp 40 cm hoger was dan toegestaan volgens het bestemmingsplan. Eisers, buren van de vergunninghouder, waren het niet eens met de vergunning en stelden dat deze in strijd was met de goede ruimtelijke ordening, vooral vanwege de geluidsnormen die niet goed zouden zijn toegepast.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente in redelijkheid de omgevingsvergunning had kunnen verlenen. De rechtbank stelde vast dat de gemeente de geluidsnorm van 35 dB(A) had gehanteerd, gemeten als invallend geluid op de gevel van de buurwoningen. De rechtbank oordeelde dat de gemeente zich mocht baseren op een geluidsrapport van een deskundige, die had vastgesteld dat de warmtepomp niet boven de gestelde norm uitkwam. De rechtbank concludeerde dat de vergunninghouder niet in strijd met de goede ruimtelijke ordening handelde en dat de belangen van de eisers voldoende waren meegewogen.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eisers ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd niet op een openbare zitting gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.