ECLI:NL:RBMNE:2020:2273
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift in bestuursrechtelijke procedure
Op 18 juni 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een V.O.F. en de burgemeester van de gemeente Utrecht. De rechtbank moest beoordelen of het bezwaar van de eiser tegen een eerder besluit van de burgemeester terecht niet-ontvankelijk was verklaard vanwege overschrijding van de bezwaartermijn. De bezwaartermijn begon op 2 juli 2019 en eindigde op 12 augustus 2019. Het bezwaarschrift van de eiser werd echter pas op 15 augustus 2019 door de burgemeester ontvangen, wat buiten de termijn viel.
De eiser stelde dat het bezwaarschrift op 11 augustus 2019 op de post was gedaan, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om deze stelling te onderbouwen. De rechtbank verwees naar de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en concludeerde dat de datum van afstempeling door PostNL als bewijsrechtelijk uitgangspunt moest worden genomen. Aangezien het poststuk op 14 augustus 2019 was afgestempeld, was het bezwaarschrift niet tijdig ingediend.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de burgemeester om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in een zitting die via een Skype-beeldverbinding plaatsvond, als gevolg van de coronamaatregelen. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken, maar zal dat alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is.