ECLI:NL:RBMNE:2020:3053
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag kindgebonden budget wegens te late indiening en gebrek aan onderbouwing
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een particulier, en de Belastingdienst/Toeslagen, vertegenwoordigd door gemachtigde S. Di Vincenzo. Eiser had een aanvraag ingediend voor kindgebonden budget voor de jaren 2014 tot en met 2017, maar deze aanvraag werd door de Belastingdienst afgewezen omdat deze te laat was ingediend. Eiser had zijn aanvraag pas op 30 augustus 2019 ingediend, terwijl de deadlines voor de aanvragen voor de jaren 2014 tot en met 2017 respectievelijk 1 mei 2016, 1 mei 2017, 1 mei 2018 en 1 mei 2019 waren.
Eiser voerde aan dat hij eerder had geprobeerd om tijdig een aanvraag in te dienen, maar dat dit steeds mislukte. Hij had contact opgenomen met de Belastingdienst en was in de veronderstelling dat hij automatisch bericht zou krijgen als hij recht had op kindgebonden budget. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst terecht had gesteld dat de aanvragen te laat waren ingediend en dat er geen uitzondering op de indieningstermijnen kon worden gemaakt. De rechtbank vond dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat hij eerder een aanvraag had gedaan.
De rechtbank concludeerde dat de Belastingdienst niet verplicht was om automatisch kindgebonden budget te verstrekken en dat het afzien van het horen van eiser in de bezwaarfase gerechtvaardigd was, omdat het bezwaar kennelijk ongegrond was. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in een mondelinge zitting via Skype, als gevolg van de coronamaatregelen.