Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
ING BANK N.V.,
1.De procedure
- het verzoekschrift van [verzoeker] met producties 1 tot en met 23;
- het verweerschrift van ING met producties 1 tot en met 15;
- de brief van mr. Posthuma van 6 februari 2020 met productie 16;
- de brief van De Haan met producties 24 en 25.
2.De feiten
[website] .nltoegang tot de internetomgeving van zijn bankrekening. Ook had hij de “mobiel bankieren app” van ING (hierna: de App) op zijn telefoon gedownload. De site ten behoeve van internetbankieren van ING, waarvan de gegevens dus ook middels de App zijn te raadplegen en te gebruiken, bevat een zogenaamde berichtenbox waarin ING berichten plaatst bestemd voor de rekeninghouder.
“Artikel 13WELKE BIJZONDERHEDEN WORDEN GEMELD1 De zakelijke klant meldt de onderstaande feiten met de daarbij behorende bijzonderheidscode onmiddellijk, maar in ieder geval binnen vier (4) weken nadat deze feiten zich hebben voorgedaan, bij Stichting BKR:(…)code 2 de zakelijke klant heeft betaling van het restant van de of de gehele vordering geëist conform de daarvoor geldende wettelijke vereisten;(…)4 De vooraankondiging is niet van toepassing op de registratie van een bijzonderheidscode.”
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
1.086,00(2 punten x tarief € 543,00)