In deze zaak heeft eiser, die als verkoopleider werkte, een WIA-uitkering aangevraagd na uitval door ziekte. Na een onderzoek door een verzekeringsarts van het Uwv zijn er arbeidsbeperkingen vastgesteld. Eiser is per 21 augustus 2019 voor 70,45% arbeidsongeschikt verklaard. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat hij meer beperkt is dan door het Uwv is vastgesteld. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een digitale zitting en eiser heeft aanvullende informatie ingediend, die echter niet in behandeling werd genomen omdat deze te laat was ingediend. De rechtbank heeft beoordeeld of de medische rapporten en de beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep aan de wettelijke eisen voldoen. De rechtbank concludeert dat de medische beoordeling zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de rapporten geen tegenstrijdigheden bevatten. Eiser heeft niet voldoende medische onderbouwing gepresenteerd om aan te tonen dat de beoordeling onjuist is. De rechtbank oordeelt dat de arbeidskundige beoordeling ook juist is en dat de geselecteerde functies binnen de belastbaarheid van eiser vallen. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van het Uwv.