ECLI:NL:RBMNE:2020:4784

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 oktober 2020
Publicatiedatum
4 november 2020
Zaaknummer
UTR 19/5033
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan duidelijkheid over bestreden besluit

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een onbekend besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. De rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, heeft op 27 oktober 2020 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiser heeft geen duidelijkheid verschaft over het besluit waartegen hij beroep heeft ingesteld, wat in strijd is met artikel 6:5, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft eiser meerdere keren verzocht om het bestreden besluit toe te sturen, maar eiser heeft hier niet op gereageerd. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 27 oktober 2020.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 19/5033

1.a

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 oktober 2020 in de zaak tussen

[eiser] te [plaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft tegen een onbekend besluit beroep ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij zijn beroepschrift zo mogelijk een kopie van het bestreden besluit bijvoegen. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. Op 13 november 2019 heeft eiser een brief gestuurd naar de rechtbank Noord-Nederland over de afwijzing van zijn aanvraag om bijstand door de gemeente Almere . Op 25 november 2019 heeft eiser nogmaals een brief gestuurd naar de rechtbank Noord-Nederland over zijn hypotheek en de renteaftrek daarvan. De rechtbank Noord-Nederland heeft deze brieven doorgestuurd aan de rechtbank Midden-Nederland.
4. Op 3 december 2019 heeft de rechtbank eiser een brief gestuurd en hem verzocht het besluit toe te sturen waar hij het niet mee eens is. Bij brief van 16 december 2019 geeft eiser aan dat hij bezwaar maakt tegen de afwijzing van zijn bijstandsaanvraag door de gemeente Almere . Eiser geeft in de brief ook aan dat hij is uitgeschreven uit het bevolkingsregister en dat hij het daar niet mee eens is. Op 7 februari 2020 heeft de rechtbank eiser nogmaals een brief gestuurd en hem verzocht toe te lichten met welk besluit hij het niet eens is. Eiser heeft niet gereageerd op de brief van 7 februari 2020. De rechtbank heeft eiser bij aangetekend verzonden brief van 10 juli 2020 verzocht om alsnog binnen vier weken te reageren op het verzoek van de rechtbank. Hierbij is vermeld dat, indien eiser niet aan dit verzoek voldoet, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
5. Eiser heeft hier niet op gereageerd.
6. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. De rechtbank gaat er daarom van uit dat er geen verontschuldiging is voor dit verzuim.
7. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2020.
- de rechter is verhinderdde uitspraak te ondertekenen-
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.