ECLI:NL:RBMNE:2020:5095
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit over taxivergoeding voor werkvervoer
Op 18 november 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres, die een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), had een taxivergoeding aangevraagd voor het vervoer naar haar werk. De vergoeding was goedgekeurd voor maximaal 192 werkdagen in 2020, met een vastgestelde afstand van 16 kilometer tussen haar woning en werkadres. Eiseres was het niet eens met de berekening van de reisafstand door verweerder, die uitging van de snelste route volgens de ANWB-routeplanner, en stelde dat de werkelijke afstand die door de taxi werd gereden slechts 11 kilometer bedroeg. Eiseres voerde aan dat de berekening van verweerder onredelijk was en dat deze resulteerde in een hogere eigen bijdrage voor haar.
Tijdens de zitting op 11 september 2020 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. De rechtbank oordeelde dat verweerder de reisafstand op juiste wijze had vastgesteld conform de beleidsregels van het Uwv. De rechtbank vond de werkwijze van verweerder, die uitging van de snelste route en deze verdubbelde voor de retourreis, niet kennelijk onredelijk. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die verweerder hadden moeten aanzetten om van de beleidsregels af te wijken. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak werd op 18 november 2020 bekendgemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.