ECLI:NL:RBMNE:2020:5136
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening op grond van artikel 8:119 Awb, geen onjuist uitgangspunt en strijd met goede procesorde
Op 19 november 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Huizen. Verzoekster had op 4 december 2019 verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de rechtbank van 18 maart 2019, waarin werd overwogen dat de beroepsgrond van verzoekster over het vertrouwensbeginsel niet slaagde. De rechtbank ontving een usb-stick met geluidsfragmenten van verzoekster, maar deze werden te laat ingediend en in strijd met de goede procesorde. De rechtbank heeft de herziening afgewezen, omdat de nieuwe stukken niet voldeden aan de strikte voorwaarden van artikel 8:119 Awb. De rechtbank oordeelde dat verzoekster niet had aangetoond dat de eerdere uitspraak berustte op een onjuist feitelijk uitgangspunt. De rechtbank benadrukte dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de uitspraak, maar om een uitspraak te herstellen die op een later gebleken onjuist feitelijk uitgangspunt berustte. De rechtbank concludeerde dat verzoekster geen gelijk kreeg en dat de eerdere uitspraak niet werd herzien.