In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het niet betalen van parkeerkosten en het overtreden van de algemene voorwaarden door middel van 'treintje rijden'. Q-Park stelt dat [gedaagde] op 4 en 6 februari 2020 de parkeergarage heeft verlaten zonder te betalen, door direct achter haar voorganger onder de slagboom door te rijden. Dit gedrag is in strijd met de algemene voorwaarden van Q-Park, waarin staat dat het verlaten van de parkeerfaciliteit zonder geldig parkeerbewijs niet is toegestaan. Q-Park vordert een bedrag van € 620,00, bestaande uit € 20,00 voor het tarief van een verloren kaart en € 600,00 aan schadevergoeding, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente.
[gedaagde] heeft erkend dat de parkeergarage is verlaten zonder betaling, maar stelt dat zij niet de bestuurder was, maar haar dochter. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] als kentekenhouder vermoed wordt de bestuurder te zijn en dat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd om dit vermoeden te weerleggen. De kantonrechter concludeert dat [gedaagde] tekort is geschoten in haar verplichtingen uit de parkeerovereenkomst en dat de vordering van Q-Park, voor zover deze betrekking heeft op de boete, toewijsbaar is. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van het dagtarief af, omdat dit inmiddels is voldaan. Uiteindelijk wordt [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 696,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.