ECLI:NL:RBMNE:2021:1631
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit over aanvraag voor zorg op grond van de Wmo 2015 en de afwijzing van een dwangsom
In deze zaak heeft eiser, woonachtig in Utrecht, beroep ingesteld tegen de afwijzing van een dwangsom door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Eiser had in maart 2019 een melding gedaan voor zorg in de vorm van persoonlijke begeleiding en dagbesteding op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Eiser stelde dat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag en heeft verweerder in gebreke gesteld. Verweerder heeft echter het verzoek om een dwangsom afgewezen, omdat er volgens hen geen sprake was van een aanvraag maar slechts van een melding.
De rechtbank heeft op 9 april 2021 uitspraak gedaan. Eiser was niet verschenen op de zitting, terwijl verweerder zich had laten vertegenwoordigen. De rechtbank oordeelde dat er geen aanvraag in de zin van de Wmo 2015 was ingediend door eiser. De rechtbank concludeerde dat de brief van 8 april 2020, waarin eiser verweerder in gebreke stelde, niet als een aanvraag kon worden aangemerkt. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eiser verworpen en het beroep ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.