ECLI:NL:RBMNE:2021:1679
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering inschrijving in de Basisregistratie Personen wegens onvoldoende onderbouwing van feitelijk verblijf op het adres
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad. Eiser had verzocht om inschrijving in de Basisregistratie Personen (brp) op een bepaald adres, maar dit verzoek werd door verweerder afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing terecht was, omdat eiser onvoldoende had aangetoond dat hij daadwerkelijk op het opgegeven adres woonde.
Het primaire besluit van 9 juli 2019, waarbij verweerder eiser ambtshalve had uitgeschreven, was de aanleiding voor het geschil. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze uitschrijving en verzocht om inschrijving op hetzelfde adres. De rechtbank stelde vast dat er geen nieuwe informatie was die verweerder niet had beoordeeld en dat de aanvraag op dezelfde dag was afgewezen zonder dat dit onzorgvuldig was.
De rechtbank concludeerde dat verweerder niet verplicht was om het bezwaar van eiser gegrond te verklaren, omdat de aanvraag zorgvuldig was beoordeeld en de afwijzing in stand was gebleven. Eiser had niet aangetoond dat zijn situatie sinds de ambtshalve uitschrijving was veranderd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.