In deze zaak hebben eisers, bewoners van een hoekwoning in Leusden, een pipowagen in hun voortuin geplaatst. De gemeente Leusden heeft hen een voornemen tot handhaving gestuurd, omdat de pipowagen in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. Eisers hebben vervolgens een omgevingsvergunning aangevraagd om de pipowagen te legaliseren, maar deze aanvraag is door de gemeente geweigerd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 4 mei 2021, waarbij eisers aanwezig waren en de gemeente vertegenwoordigd werd door hun gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente de omgevingsvergunning terecht heeft geweigerd. De gemeente heeft aangegeven dat de pipowagen een negatieve invloed heeft op het straatbeeld en dat het verlenen van de vergunning ongewenste precedentwerking zou creëren. Eisers hebben betoogd dat de gemeente onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de pipowagen het straatbeeld zou schaden en dat zij zich gesteund voelen door positieve reacties van omwonenden. De rechtbank oordeelt echter dat de gemeente in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de vergunning te weigeren, gezien de invloed van de pipowagen op de openheid en het groene karakter van de straat.
De rechtbank concludeert dat de weigering van de omgevingsvergunning rechtmatig is, en dat het beroep van eisers ongegrond is. De rechtbank wijst erop dat de Omgevingswet nog niet in werking is getreden en dat het handhavingsbeleid van de gemeente niet van toepassing is in deze procedure. De uitspraak is gedaan door mr. J. Wolbrink en is openbaar gemaakt op 20 mei 2021.