ECLI:NL:RBMNE:2021:2204
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering studiefinanciering wegens overschrijding bijverdiengrens en nalatenschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiseres ontving in 2015 studiefinanciering ter hoogte van € 5.156,20, maar de minister heeft dit bedrag teruggevorderd omdat eiseres de bijverdiengrens van € 13.865,11 heeft overschreden. De minister baseerde zich op het toetsingsinkomen van eiseres, vastgesteld door de Belastingdienst, dat € 27.489,- bedroeg. Eiseres was het niet eens met deze terugvordering en stelde dat de nalatenschap die zij ontving na het overlijden van haar vader ten onrechte als bijverdienste was meegerekend. Ze voerde aan dat als de nalatenschap een onbelaste uitkering zou zijn geweest, deze niet zou zijn meegerekend. Tijdens de zitting trok eiseres haar beroep op het vertrouwensbeginsel in, dat betrekking had op een toezegging van de Landelijke Studentenvakbond.
De rechtbank oordeelde dat de minister terecht de terugvordering had ingesteld, omdat de bijverdiengrens was overschreden. De wetgeving, de Wet studiefinanciering 2000, stelt dat het toetsingsinkomen bepalend is voor de beoordeling van meerinkomen. De rechtbank concludeerde dat de inkomsten uit nalatenschap niet zijn uitgesloten van de bijverdiengrens en dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de terugvordering gerechtvaardigd was. Eiseres' beroep werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.