ECLI:NL:RBMNE:2021:2236

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 mei 2021
Publicatiedatum
28 mei 2021
Zaaknummer
20_3847
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing Wajong-uitkering wegens arbeidsvermogen en verzoek om benoeming onafhankelijk deskundige

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een Wajong-uitkering. Eiser, geboren in 1998, heeft een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend na een scooterongeval in 2018, waarbij hij een voetfractuur opliep. De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft in een besluit van 5 september 2019 meegedeeld dat eiser geen recht heeft op een Wajong-uitkering omdat hij arbeidsvermogen heeft. Dit besluit werd in een later besluit van 17 september 2020 bevestigd, waarop eiser beroep instelde.

Tijdens de zitting op 31 maart 2021, die via Skype plaatsvond, heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde en zijn tante, zijn standpunt toegelicht. Eiser betoogde dat hij niet in staat is om vier uur per dag te werken en dat zijn diabetes niet goed is ingesteld, wat leidt tot onvoorspelbare situaties en gezondheidsproblemen. De rechtbank heeft de medische en arbeidskundige beoordelingen van de verzekeringsartsen gevolgd en geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat eiser niet over arbeidsvermogen beschikt. De rechtbank heeft ook het verzoek van eiser om een onafhankelijke deskundige te benoemen afgewezen, omdat de besluitvorming zorgvuldig was en eiser voldoende gelegenheid had om zijn standpunt te onderbouwen.

De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiser geen recht heeft op de Wajong-uitkering. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische rapportages en de rol van de verzekeringsartsen in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3847

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 mei 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] ,

Eiser,
(gemachtigde: mr. E.D.B. Groeneweg),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder,
(gemachtigde: mr. M. Tieman).

Procesverloop

In het besluit van 5 september 2019 (primair besluit) heeft verweerder aan eiser meegedeeld dat eiser geen uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) krijgt omdat hij arbeidsvermogen heeft.
In het besluit van 17 september 2020 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 maart 2021 via een Skype-verbinding. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en zijn tante [A] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Voorgeschiedenis
1. Eiser, geboren op [geboortedatum] 1998, heeft speciaal basisonderwijs en regulier vervolgonderwijs gevolgd tot februari 2019. Hij heeft vanaf 21 mei 2018 als pizzabezorger gewerk. Op 26 augustus 2018 heeft eiser door een scooterongeval een voetfractuur opgelopen. Eiser is op die datum ziek uit dienst gegaan. Op 20 mei 2019 heeft eiser een Wajong-uitkering aangevraagd. Vervolgens heeft verweerder het primaire en het bestreden besluit genomen.
Grondslag van het bestreden besluit
2. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat eiser per
5 september 2019 geen recht heeft op een Wajong-uitkering omdat hij arbeidsvermogen heeft. Daarbij heeft verweerder zich gebaseerd op medische en arbeidskundige rapportages.
Beoordelingskader
3.1
Op grond van de artikelen 1a:1 en 1a:2 van de Wajong kan een recht op een
Wajong-uitkering ontstaan als een betrokkene als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.
3.2
Artikel 1a, eerste lid, Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten bepaalt dat iemand ‘geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft’ indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
De criteria onder c. en d. zijn beoordeeld door een verzekeringsarts. De criteria onder a. en b. zijn beoordeeld door een arbeidsdeskundige.
3.3
De rechtbank stelt voorop dat verweerder besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen, wanneer deze op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen, geen tegenstrijdigheden bevatten en voldoende begrijpelijk zijn. Het is aan eiser aan te voeren (en zo nodig aannemelijk te maken) dat de rapporten niet aan de genoemde eisen voldoen of dat de medische beoordeling onjuist is. Voor het aannemelijk maken dat een medische beoordeling onjuist is, is in beginsel een rapport van een arts noodzakelijk. Dit brengt mee dat de manier waarop iemand zelf zijn gezondheidsklachten ervaart, geen toereikende grondslag vormt voor het aannemen van een hogere mate van arbeidsongeschiktheid.
Medische beoordeling van het arbeidsvermogen
Diabetes
4.1.
Eiser voert aan dat de medische beoordeling onjuist is, omdat hij niet 4 uren op 1 dag belastbaar is en niet 1 uur achtereen kan werken. De niet goed ingestelde en (on)behandelde diabetes leidt ertoe dat eiser niet (duurzaam) inzetbaar is.
Eiser is in 2015, 2017, 2018 en 2019 in het ziekenhuis opgenomen vanwege ontregelde diabetes. Dit illustreert volgens eiser dat er geen verbetering plaatsvindt in de behandeling van deze ziekte en dat er onvoorspelbare situaties optreden. Daarbij is volgens eiser sprake van vrijwel continu en wisselend energieverlies en zodanig gezondheidsbedreigende situaties dat regelmatig een ziekenhuisopname nodig is. Dat de diabetesregulatie nog niet is verbeterd, komt volgens eiser niet door onwil van eiser maar door de in persoon van eiser gelegen onkunde en onmacht. De geadviseerde langdurige en deskundige begeleiding wordt bemoeilijkt door de beperkt werkende gezondheidszorg en zorg op afstand in coronatijd, aldus eiser.
4.2.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 10 december 2020 gerapporteerd dat zowel de primaire verzekeringsarts als de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft erkend dat de diabetes en de slechte regulering daarvan tot beperkingen voor arbeid leiden.
In het kader van de Wajong-beoordeling moet de vraag worden beantwoord of aannemelijk is dat eiser op grond van vastgestelde pathologie minder dan 4 uur per dag belastbaar is en of hij minder dan 1 uur aaneengesloten kan werken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep verwijst naar zijn rapport van 2 september 2020, waarin staat dat geen sprake is van pathologie die maakt dat eiser minder dan 4 uur per dag en niet 1 uur aaneengesloten kan werken. Ook als diabetes wel reden zou zijn om eiser minder dan 4 uur belastbaar te achten, is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet goed in te zien dat dit duurzaam is. Er zijn nog mogelijkheden om een andere behandeling in te zetten om tot een betere controle te komen. Een simpeler insulineschema, een glucosesensor en voltooiing van de sociaal-emotionele ontwikkeling kunnen leiden tot meer motivatie in het controleren van de diabetes.
Persoonlijk en sociaal functioneren
5.1.
Eiser voert verder aan dat er sprake is van een laag niveau van persoonlijk en sociaal functioneren met verlies van zelfredzaamheid. Eiser kan al jaren zijn diabetes niet goed reguleren. Er is onvoldoende zelfverzorging in het dagelijks leven, aangezien het zelfstandig initiatief nemen tot noodzakelijke handelingen tot behoud van zaken als dagritme en structurering niet mogelijk is. Ook zijn vader en familieleden zijn niet in staat om functionele, niet vrijblijvende afspraken met eiser te maken over zijn diabetes of toekomst. Dit geldt ook voor het onderhouden van functionele, niet vrijblijvende werkrelaties in betaalde of onbetaalde arbeid. Eiser heeft geen enkel baantje kunnen volhouden en niet is aangetoond dat eiser een substantiële periode langer heeft gewerkt dan 4 uren per dag en langer dan 1 uur aaneengesloten.
5.2.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft op 10 december 2020 gerapporteerd dat er geen sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid op basis van medische gronden vanwege beperkingen in persoonlijk en sociaal functioneren. Er ontbreekt een ernstige psychische stoornis. Het is niet aannemelijk dat sprake is van disfunctioneren op micro- meso- en macroniveau. Eiser is tot op zekere hoogte in staat tot zelfverzorging. Hij onderhoudt sociale contacten. Dat eiser tot op heden geen substantiële periode langer dan 4 uur per dag en 1 uur aaneengesloten heeft gewerkt, kan geen grond zijn om dit voor onmogelijk te houden en een Wajong-uitkering toe te kennen. Het hebben van een zinvolle dagbesteding zou mogelijk kunnen helpen meer structuur aan zijn dag aan te brengen.
5.3
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft op 2 september 2020 gerapporteerd dat het psychodiagnostisch onderzoek van Saada is van 23 januari 2020 is meegewogen bij de beoordeling. Hieruit blijkt dat eiser structuur en uitleg nodig heeft om de nodige taken en werkzaamheden te kunnen verrichten. De primaire verzekeringsarts heeft erkend dat eiser beperkingen heeft vanuit medische oorzaken. Ook is onderkend dat evident is dat eiser op zijn 17e en 18 verjaardag beperkingen had. Gelet op zijn benedengemiddelde cognitieve vaardigheden heeft hij meer moeite om aandacht en concentratie vast te houden. Er is echter geen sprake van een neurologische stoornis of van ernstige psychopathologie.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep vindt in de Talentscan die eiser in beroep heeft ingebracht ook geen specifieke bevindingen die tot de conclusie moeten leiden dat eiser niet 4 uur per dag belastbaar is en 1 uur aaneengesloten kan werken.
Arbeidskundige beoordeling van het arbeidsvermogen
Functie printplaatmonteur
6.1.
Eiser voert aan dat de geduide functie printplaatmonteur niet geschikt is, omdat eiser weinig energie heeft, vaak rusteloos is, gauw iets saai vindt en snel geïrriteerd raakt. Hij loopt dan weg. Hij heeft last van tintelende benen (restless legs) die ontstaan bij rust en verdwijnen bij beweging. Dit maakt zittende arbeid zoals aan de orde is in deze functie ongeschikt.
6.2.
De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op 16 december 2020 gerapporteerd dat uit de arbeidskundige rapportages van 5 september 2019 en 10 september 2020 duidelijk de voorwaarden voor het functioneren van eiser in werk en werkomgeving blijken. Wat eiser hierover in beroep aanvoert, brengt daar geen verandering aan.
Eiser heeft een leidinggevende nodig die kennis en ervaring heeft met zijn problematiek. Hij heeft persoonlijke begeleiding nodig van iemand die hem motiveert om zijn werkzaamheden te blijven uitvoeren. Hij is in de nabijheid van eiser aanwezig en stimuleert hem op een positieve ondersteunende manier. De arbeidsverrichtingen worden overwegend zittend uitgevoerd met de mogelijkheid tot vertreden. Daarom ontstaat er geen knelpunt en is de taak passend.
Basale werknemersvaardigheden
7.1.
Ten slotte voert eiser aan dat hij niet over basale werknemersvaardigheden beschikt. Hij is snel afgeleid. Dit maakt dat hij zich niet kan houden aan instructies van een werkgever of deze instructies kan onthouden en uitvoeren.
7.2.
De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op 16 december 2020 gerapporteerd dat eiser geen beperkingen heeft om een opdracht te begrijpen, te onthouden en uit te voeren. Hij heeft in de praktijk bewezen over deze vaardigheden te beschikken. Met persoonlijke begeleiding op de werkvloer door iemand met kennis en ervaring met zijn problematiek, wordt eiser in staat geacht afspraken met een werkgever te kunnen nakomen.
Oordeel van de rechtbank
8. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de medische en arbeidskundige beoordelingen onjuist zijn. De rechtbank kan de redeneringen van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep goed volgen en ziet geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de beoordeling dat eiser over arbeidsvermogen beschikt. Verweerder heeft bij zijn beoordeling voldoende rekening gehouden met de beperkingen van eiser. In de medische informatie die eiser heeft ingebracht, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen aanleiding gezien om tot een ander oordeel te komen. De toelichting die de tante van eiser op de zitting heeft gegeven over de gezondheid van eiser, ziet niet op de datum in geding (5 september 2019) maar op de huidige situatie. Dat eiser het niet eens is met de vastgestelde beperkingen kan op zichzelf niet leiden tot het oordeel dat de medische beoordeling onjuist is. Het is juist de specifieke deskundigheid van de verzekeringsartsen om op basis van medisch objectiveerbare klachten beperkingen vast te stellen. Aan hoe eiser zelf zijn klachten en zijn belastbaarheid ervaart, kan bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid geen doorslaggevende betekenis toekomen. Ook als de problematiek rondom de diabetes van eiser reden zou zijn om eiser minder dan 4 uur per dag belastbaar te achten, is er geen aanleiding om aan te nemen dat dit duurzaam is.
Verzoek tot benoeming van een onafhankelijk deskundige
9. Eiser verzoekt de rechtbank om een psychiater of psycholoog als onafhankelijk deskundige te benoemen, omdat het medisch en het arbeidskundig onderzoek onzorgvuldig is verricht.
10. De rechtbank verwijst ten aanzien van het verzoek van eiser een onafhankelijke deskundige in te schakelen naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van
30 juni 2017 [1] . In deze uitspraak zijn uitgangspunten opgenomen voor de toetsing door de bestuursrechter van de beoordeling door verzekeringsartsen van verweerder. Het verzoek van eiser om een onafhankelijke deskundige in te schakelen is aanleiding om te oordelen over de in die uitspraak onderscheiden stappen. Hierbij geldt dat de grenzen van de toetsing worden bepaald door de aangevoerde gronden en het bewijs dat is ingebracht. De te beoordelen stappen zijn:
1. de zorgvuldigheid van de besluitvorming;
2. de equality of arms; en
3. de inhoudelijke beoordeling.
Stap 1: de zorgvuldigheid van de besluitvorming
11. De rechtbank vindt dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts bezwaar en beroep zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft dossierstudie verricht, is aanwezig geweest bij de hoorzitting en heeft eiser aansluitend op de hoorzitting medisch onderzocht. Verder heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep het psychodiagnostisch onderzoek door GZ-psycholoog/psychotherapeut [B] , werkzaam bij Saada, bij de beoordeling betrokken. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft dossierstudie verricht. Eiser heeft niet onderbouwd waarom het medisch en het arbeidskundig onderzoek onzorgvuldig zouden zijn. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding om aan te nemen dat de besluitvorming niet zorgvuldig is geweest.
Stap 2: equality of arms
12. De rechtbank ziet ook geen reden om aan te nemen dat eiser belemmeringen heeft ondervonden bij de onderbouwing van zijn standpunt dat verweerder zijn beperkingen heeft onderschat, zodat sprake zou zijn van een oneerlijk proces. Eiser heeft in de procedure voldoende ruimte gehad om daartoe medische stukken in te dienen. Die ruimte heeft hij in de bezwaar- en de beroepsprocedure ook benut door inzending van het psychodiagnostisch onderzoek van [B] en de Talentscan. Eiser heeft zich in bezwaar en beroep laten bijstaan door een gemachtigde.
Stap 3: de inhoudelijke beoordeling
13. Zoals hiervoor onder 8. overwogen, twijfelt de rechtbank niet aan de juistheid van de medische en de arbeidskundige beoordeling, zodat ook daarin geen reden bestaat voor het inschakelen van een onafhankelijke deskundige.
De rechtbank wijst het verzoek tot benoeming van een onafhankelijk deskundige af.
Conclusie
14. Gelet op al het voorgaande heeft verweerder terecht geconcludeerd dat eiser arbeidsvermogen heeft, zodat hij niet in aanmerking komt voor een Wajong-uitkering.
15. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van
mr. J.M.T. Bouwman, griffier. De beslissing is uitgesproken op 12 mei 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
rechter
de rechter is verhinderd om deze uitspraak mede te ondertekenen
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.