ECLI:NL:RBMNE:2021:246

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 januari 2021
Publicatiedatum
28 januari 2021
Zaaknummer
UTR 20/3264
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit arbeidsverplichtingen Participatiewet ongegrond verklaard

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiseres, die sinds 4 november 2013 een bijstandsuitkering ontvangt, was niet akkoord met het besluit van de gemeente om haar geen vrijstelling van de arbeidsverplichtingen te verlenen op basis van de Participatiewet. De gemeente had een advies ingewonnen van Calder Werkt, waarin werd gesteld dat eiseres, ondanks haar klachten aan gewrichten en steunweefsel, in staat werd geacht om fulltime te werken. Eiseres betwistte de zorgvuldigheid van dit advies en voerde aan dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar medische situatie.

De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht op het advies van Calder Werkt mocht vertrouwen. De rechtbank stelde vast dat de arts van Calder Werkt voldoende informatie had verzameld en dat er geen aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de juistheid of zorgvuldigheid van het advies. Eiseres had onvoldoende medische informatie ingediend om haar stellingen te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de functies die in het advies werden genoemd, slechts voorbeelden waren en dat eiseres in staat was om fysiek licht werk te verrichten, waarbij haar handen en vingers ontlast moesten worden.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees zij een proceskostenvergoeding af. De uitspraak werd gedaan door rechter J.G. Nicholson en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3264
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 januari 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. H. Sala),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder
(gemachtigde: E.H. Siemeling).

Procesverloop

Bij besluit van 30 april 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiseres medegedeeld dat zij niet wordt ontheven van de arbeidsverplichtingen als bedoeld in artikel 9 van de Participatiewet (Pw).
Bij besluit van 18 augustus 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 januari 2021, via Skype. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk op 20 januari 2021 uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Eiseres en haar echtgenoot ontvangen sinds 4 november 2013 een bijstandsuitkering naar de norm voor een echtpaar. Eiseres was op het moment van het bestreden besluit 36 jaar oud. Haar 3 kinderen waren toen 2, 6 en 9 jaar oud.
3. De gemeente heeft Calder Werkt gevraagd om een onderzoek te doen naar de arbeidsmogelijkheden van eiseres. Eiseres is op 3 maart 2020 gezien door een arts en door een arbeidsdeskundige. Calder Werkt heeft op basis van dit onderzoek een advies opgesteld. Hierin staat dat eiseres klachten heeft aan gewrichten en steunweefsel. Het gaat met name om beperkingen aan het hand- en vingergebruik. Eiseres wordt binnen deze beperkingen in staat geacht om fulltime te werken. Het advies is om te starten met vrijwilligerswerk en, als dit goed gaat, door te stromen naar regulier werk. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens voorgesteld welke werkzaamheden passend worden gevonden.
4. De gemeente heeft beslist dat eiseres geen vrijstelling krijgt van de arbeidsplicht. De gemeente vindt dat het advies van Calder Werkt op de juiste manier tot stand is gekomen en dat voldoende rekening is gehouden met de beperkingen van eiseres. De gemeente vindt dat alle klachten die eiseres in de bezwaarfase heeft genoemd, al zijn meegenomen in het advies van Calder Werkt. Eiseres heeft volgens de gemeente geen nieuwe en onbekende medische informatie ingediend.
5. Eiseres is het niet eens met de beslissing van de gemeente. Zij vindt dat het advies van Calder Werkt niet is gebaseerd op een zorgvuldig onderzoek. Calder Werkt heeft namelijk geen medische informatie gevraagd aan de behandelaren van eiseres. Dat had Calder Werkt wel moeten doen, omdat (a) eiseres de klachten al lange tijd heeft, (b) de klachten steeds erger worden, (c) zij lijdt aan chronisch slaapgebrek, en (d) omdat zij jong is. Daarnaast vindt eiseres dat haar klachten in het advies onvoldoende naar voren komen. Er is sprake van ernstige gewrichtsklachten en ernstig krachtsverlies. Eiseres heeft een huisartsenjournaal ingediend om haar medische situatie te onderbouwen.
6. De rechtbank beslist dat de gemeente mocht uitgaan van het advies van Calder Werkt. Uit het advies blijkt dat eiseres door de arts is gezien en bevraagd en dat de arts lichamelijk onderzoek heeft verricht. De arts had daarmee voldoende informatie en vond het niet nodig om medische informatie op te vragen bij de behandelaren van eiseres. Omdat de arts een deskundige is, mag hij in beginsel van zijn eigen beoordeling uitgaan [1] . De arts van Calder Werkt is inderdaad geen neuroloog, maar dat is ook niet nodig om te beoordelen wat iemands mogelijkheden zijn om te werken. De arts van Calder Werkt was bekend met de klachten die eiseres heeft en heeft daarmee rekening gehouden in zijn advies.
7. Er zijn geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de juistheid of zorgvuldigheid van het advies. Eiseres stelt dat ze het niet eens is met de conclusies van de arts, maar heeft onvoldoende medische informatie ingeleverd om deze stelling te onderbouwen. In het huisartsenjournaal worden geen nieuwe of andere klachten genoemd, die niet al door Calder Werkt zijn meegenomen. Verweerder hoefde daarom geen second opinion te vragen.
8. De rechtbank overweegt verder dat een contra-expertise niet persé nodig is om twijfel te zaaien over de juistheid of zorgvuldigheid van een medisch advies. Dit kan ook door middel van medisch objectiveerbare informatie van de behandelaren, die door de betrokkene zelf wordt ingebracht. Dat heeft eiseres echter niet gedaan.
9. Eiseres vindt de functies die in het advies worden genoemd niet passend. Zij moet bij deze functies namelijk nog steeds repetitieve bewegingen met haar handen maken en dat kan zij niet.
10. De rechtbank beslist dat deze stelling van eiseres niet kan leiden tot het oordeel dat het advies van Calder Werkt niet juist is of onvolledig is. De functies die in het advies worden genoemd, zijn namelijk slechts voorbeelden. Van belang is dat eiseres volgens het advies eenvoudig fysiek licht werk kan doen. Haar handen en vingers moeten worden ontlast en zij moet vooral haar oren en stem kunnen gebruiken. Gelet op wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen, heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat haar klachten en/of de ernst daarvan, onvoldoende in het advies zijn betrokken.
11. Omdat het beroep ongegrond is, krijgt eiseres geen proceskostenvergoeding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van mr. A.E. van Gestel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2021 en zal ook worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Voetnoten

1.Vgl. de uitspraak van de CRvB van 23 mart 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1073.