ECLI:NL:RBMNE:2021:4445
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering en geschiktheid voor arbeid na ziekmelding
In deze zaak heeft eiseres, die een uitkering ontving op basis van de Werkloosheidswet (WW), zich per 31 maart 2020 ziekgemeld. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) heeft haar per 30 juni 2020 een Ziektewet (ZW) uitkering toegekend. Echter, bij besluit van 14 oktober 2020 heeft verweerder meegedeeld dat eiseres vanaf 1 september 2020 weer arbeidsgeschikt wordt geacht, waardoor haar ZW-uitkering werd beëindigd. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft zij beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op 29 juli 2021 behandeld. Eiseres voerde aan dat verweerder ten onrechte geen Amber-beoordeling had uitgevoerd, ondanks haar melding van toegenomen beperkingen. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had gesteld dat eiseres geschikt was voor de functies die eerder in een WIA-beoordeling waren vastgesteld. De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van de geschiktheid voor arbeid niet kan worden beïnvloed door de persoonlijke ervaringen van eiseres met haar gezondheidsklachten, tenzij deze onderbouwd zijn met medische rapportages.
De rechtbank concludeerde dat de klachten van eiseres aan haar linkerbeen niet medisch waren geobjectiveerd en dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep terecht had vastgesteld dat eiseres geschikt was voor de functies die in de WIA-beoordeling waren geduid. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.