Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
Aantal aandachtspunten zal shift in mindset vergen – cruciaal jaar!!”. Over 2020 is geen functioneringsverslag opgesteld. [verweerder] is in februari 2021 gestart met een coachingstraject.
Ik heb [verweerder (voornaam)] zojuist geïnformeerd dat ik in het kader van het proces en de moeizame samenwerking, hij voorlopig vrijgesteld is van alle werkzaamheden. Hij zal dus niet werkzaam zijn van nu. De advocaten voeren momenteel de gesprekken om de afwikkeling af te ronden, de uitwerking hiervan zal nog volgen in een later stadium. (…)”.
Tot mijn verbijstering ben ik erop geattendeerd dat jij gisteren (en wellicht reeds eerder, hetgeen nog wordt onderzocht) een grote hoeveelheid e-mails vanaf de server deels hebt verwijderd en deels naar privé e-mail hebt gestuurd. Het betreft hier e-mails en documenten die jij uit hoofde van je functie hebt ontvangen of verzonden en waarvan zonder meer duidelijk is dat deze uitsluitend bestemd zijn voor interne doeleinden. (…) Deze acties zijn flagrant in strijd met de contractuele verplichtingen tot geheimhouding en vertrouwelijkheid, zoals vastgelegd in je arbeidsovereenkomst en de gedragscode.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
beidepartijen geen vertrouwen meer in voortzetting van het dienstverband hadden gehad, maar dat is niet het geval.
Aantal aandachtspunten zal shift in mindset vergen – cruciaal jaar!!” verschillen partijen van mening, maar [verweerder] hoefde deze zin in elk geval niet op te vatten als het begin van een verbetertraject dat bij onvoldoende resultaat tot een einde van zijn arbeidsovereenkomst zou leiden. Was dat van [verzoekster] de bedoeling geweest, dan had [verzoekster] daar expliciet over moeten zijn. Hierbij komt dat [C] , de opsteller van het verslag over 2019, schriftelijk heeft verklaard dat met “cruciaal jaar” is bedoeld dat [verzoekster] zelf zich aan de vooravond van een cruciaal jaar bevond. Hij verklaart: “
De term cruciaal heb ik nadrukkelijk niet gebruikt in de betekenis dat 2020 een laatste kans voor jou was om te laten zien dat je voldoende geschikt was voor de functie.”. Dat [verzoekster] , zoals zij heeft betoogd, [verweerder] in het kader van een verbetertraject aan de [naam universiteit] de opleiding [naam opleiding] heeft laten volgen, kan evenmin worden vastgesteld. [verweerder] heeft hierover onweersproken verklaard dat hij bij indiensttreding al had bedongen dat hij deze opleiding zou kunnen gaan volgen. Uit de stukken blijkt verder dat het coachingstraject is gestart op verzoek van [verweerder] zelf.