ECLI:NL:RBMNE:2021:505

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 februari 2021
Publicatiedatum
11 februari 2021
Zaaknummer
UTR - 20 _ 3560
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de bestuursrechter bij verzoek om schadevergoeding wegens beëindiging overeenkomst met gemeente

Op 5 februari 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], de burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug hebben verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een zitting waarbij verzoekers aanwezig waren, maar de burgemeester was afwezig met bericht van verhindering. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om van het verzoek kennis te nemen. Verzoekers hebben geen schadeoorzaak aangewezen die valt binnen het bereik van artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De schade die verzoekers stellen te lijden, is het gevolg van het beëindigen van een overeenkomst met de gemeente en de daaraan onderliggende feitelijke handelingen. Dit soort geschillen moet worden voorgelegd aan de civiele rechter, waardoor de bestuursrechter niet bevoegd is om het verzoek te behandelen.

De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3560

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 februari 2021 in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2], te [woonplaats], verzoekers,

en

de burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, verweerder.

Procesverloop

Verzoekers hebben de rechtbank gevraagd om de burgemeester te veroordelen tot vergoeding van schade die zij lijden. De zaak is behandeld op de zitting van 5 februari 2021. Hierbij waren verzoekers aanwezig. De burgemeester is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Na afloop van de behandeling van de zaak op de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd.

Overwegingen

1. Bij hun verzoek aan de rechtbank om de burgemeester te veroordelen tot het betalen van schadevergoeding, hebben verzoekers geen schadeoorzaak aangewezen die valt binnen het bereik van artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De door hen op de zitting gegeven toelichting heeft dit bevestigd. De schade die verzoekers stellen te lijden vloeit voort uit het beëindigen van een overeenkomst met de gemeente en de daaraan onderliggende feitelijke handelingen. Dat moet worden voorgelegd aan de civiele rechter. Daarom is de bestuursrechter onbevoegd om van het verzoek kennis te nemen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 5 februari 2021 door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. I.C. de Zeeuw-'t Lam, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.