ECLI:NL:RBMNE:2021:5307
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot stopzetting voorschot WAO-uitkering en bezwaarprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres ontving vanaf 26 oktober 2001 een WAO-uitkering, maar kreeg per 1 september 2019 geen voorschot meer op haar uitkering. Dit besluit was gebaseerd op de conclusie dat haar inkomsten zo hoog waren dat zij geen recht meer had op de uitkering. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard.
De zitting vond plaats op 18 juni 2021 via Skype, waarbij eiseres in persoon aanwezig was, bijgestaan door haar zoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres voldoende gelegenheid heeft gehad om haar bezwaar in te dienen, ondanks haar claim dat zij niet genoeg tijd had gekregen. De rechtbank oordeelde dat de termijn van vier weken, met een extra verlenging van twee weken, gebruikelijk was en dat er geen reden was om aan te nemen dat eiseres niet in staat was om een volledig bezwaar in te dienen.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de Uwv de WAO-uitkering van eiseres correct heeft beoordeeld op basis van artikel 44 van de WAO, dat bepaalt dat de uitkering niet wordt uitbetaald als het inkomen zodanig is dat er geen sprake meer is van arbeidsongeschiktheid van ten minste 15%. De rechtbank concludeert dat de Uwv de uitkering terecht niet heeft uitbetaald, omdat het inkomen van eiseres hoger was dan haar maatmanloon, wat resulteerde in een arbeidsongeschiktheid van 0%.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending.