ECLI:NL:RBMNE:2021:5358
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing over arbeidsongeschiktheid op basis van Wet WIA
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser, die eerder werkzaam was als financieel controller, had zich ziek gemeld in verband met werkgerelateerde spanningsklachten en burn-out. Na een WIA-beoordeling werd eiser voor 70,56% arbeidsongeschikt geacht, maar na bezwaar werd dit percentage verhoogd naar 71,02%. Eiser ging in beroep tegen deze beslissing.
De rechtbank heeft het procesverloop en de medische rapportages van de verzekeringsartsen beoordeeld. Eiser voerde aan dat er geen fysieke beoordeling had plaatsgevonden en dat de medische beoordeling onjuist was, vooral met betrekking tot zijn slaapapneu. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen zorgvuldig te werk waren gegaan en dat de rapportages voldoende onderbouwd waren. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de medische beoordeling en dat de door eiser ervaren klachten niet voldoende waren om aan te nemen dat er meer beperkingen moesten worden aangenomen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat verweerder terecht had geoordeeld dat eiser voor 71,02% arbeidsongeschikt was. De uitspraak werd gedaan door rechter G.P. Loman, in aanwezigheid van griffier A. Belhadi, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.