2.7.[verzoekster] heeft op 20 juli 2021 met de klaagsters gesproken. De inhoud van deze gesprekken heeft [verzoekster] in afzonderlijke brieven van 22 juli 2021 aan de klaagsters bevestigd.
De brief aan mevrouw [klaagster 2] vermeldt onder meer:
“U geeft aan dat de ongewenste gedragingen bij u zijn begonnen eind mei 2019. Eerder zag u wel dat hij ( [verweerder] , toevoeging kantonrechter) vaak naar jonge vrouwen gaat, maar omdat uw man toen nog bij [verzoekster] werkte, deed hij niet zoveel bij u. Dit veranderde eind 2019. [verweerder (voornaam)] staat er naar uw zeggen om bekend dat hij vaak fysiek contact heeft met vrouwen: hij begroet alle vrouwen aan de lijn door een arm om hen heen te slaan. Dit is niet 1 tel, maar soms echt 5 seconden of langer. Dit vinden de vrouwen niet fijn, dat zie je; het voelt ongemakkelijk
(…)
U verteld van een andere situatie, buiten het werk; dit vond plaats op een feest op een locatie buiten [verzoekster] . Het hele team was aanwezig en iedereen was aan het dansen. Het was een gezellige avond. U bent op enig moment naar de bar gelopen om een drankje te halen. [verweerder (voornaam)] kwam naar u toe en zei dat u niet zo moest bewegen, anders kon hij het niet ophouden. U wist niet goed hoe u hierop moest reageren en u zie dat u zelf mag ween hoe u beweegt. Hierna bent u weggelopen. Later op de avond kwam [verweerder (voornaam)] naar u toe en zei dat hij met u wilde dansen. Daarop trok hij u naar zich toe en drukte u tegen hem aan. Dit voelde verkeerd, maar u wist niet goed wat u moest doen
(…)
Dit jaar is het nog één keer gebeurd dat hij u ongewenst heeft aangeraakt (arm om schouder). Voor uw gevoel houdt hij u in de gaten. U ziet wel dat hij ongewenst gedrag vertoond bij andere jonge vouwen
(…)”
En de brief aan klaagster [klaagster 3] (anoniem) vermeldt onder meer:
“U heeft aangegeven dat de ongewenste gedragingen zijn gestart in februari 2020, toen was er een feest bij [verzoekster] . [verweerder (voornaam)] vreog aan u wat u aan zou doen naar het feest, waarop u aangaf dat u dit nog niet wist. [verweerder (voornaam)] zijn antwoord was dat u beter naakt kon komen.
(…)
In april 2021 was u op het kantoor van [verweerder (voornaam)] . U had een broek aan waarin gaten zaten. Hij maakte daar een opmerking over waarop u aangaf dat dit mode is. Hij vroeg u dichterbij te komen, waarna hij een poging deed zijn hand in een van de gaten te steken
(…)
Wij hebben u gevraagd of hij u daadwerkelijk heeft aangeraakt op dat moment. Dat was niet zo: het was ongeveer 3-4 centimeter van uw bovenbeen. U deinsde terug en zei dat hij dat niet moest doen. Hij vroeg: mag dat niet? Waarop u aangaf dat hij dat als productieleider zou moeten weten.
(…)
De laatste situatie was eind juni/begin juli 2021. U was naar buiten gegaan om te roken. Omdat het warm was buiten had u geen jasje aangedaan, maar had u een t-shirt aan. U kwam [verweerder (voornaam)] tegen op de gang (…) waarbij hij met zijn hand reikte naar uw borst. U zei tegen hem dat er voor hem niets te zien was. Zijn reactie hierop was u uit te nodigen naar zijn kantoor, zodat hij haar daar zou checken. U gaf aan dat er niets te checken viel
(…)
U besluit uw klacht met de opmerking dat u ziet dat hij dit ook bij andere jonge vrouwen doet en hen ook aanraakt. We hebben u gevraagd naar de namen. U heeft ons een aantal namen gegeven, waarbij we hebben afgesproken dat we hier vertrouwen mee om zullen gaan.”
De brief aan klaagster, mevrouw [klaagster 4] , vermeldt onder meer:
“ [verweerder (voornaam)] was naar u toegekomen en gaf aan dat u ook naar de sauna kon gaan en dat hij wel met u mee wilde. U gaf aan dat het misschien wel een goed idee was naar de sauna te gaan, maar dan alleen. [verweerder (voornaam)] bleef aandringen om mee te gaan, maar wel op blote billen dag. Hij bleef aandringen, waardoor u niet goed wist hoe u hierop moest reageren. U heeft u toen ziek gemeld en bent naar huis gegaan. Toen u een paar dagen later terug kwam begon [verweerder (voornaam)] opnieuw over een bezoek aan de sauna in [plaatsnaam 3] ; hij bleef druk uitoefenen.”
De brief aan mevrouw [klaagster 5] , vermeldt onder meer:
“De cultuur op de werkvloer omschrijft u als iets wat u niet eerder heeft meegemaakt. Er wordt veel seksueel getint gegrapt (…) Er wordt weinig gepraat over werk, maar voornamelijk over seks, auto’s en voetbal.
(…)
U heeft zelf gezien dat hij ( [verweerder] , toevoeging kantonrechter) aanrakingen doet op de schouder of arm. Vrouwen schrikken ervan wanneer het hen overkomt.”
De brief aan klaagster [klaagster 6] (anoniem) vermeldt onder meer:
“Uw relatie met [verweerder (voornaam)] is niet goed. Hij raakt u ongewenst aan (arm om schouder), u voelt zich hier niet prettig bij. Hij maakt ook ongepaste opmerkingen. Vlak voor corona was er een bedrijfsfeestje. Hij vroeg wat u aan zou trekken, waarop u aangaf dat u dit nog niet wist. Hierop antwoordde hij dat u dan beter naakt kon komen. U voelde zich hier niet prettig bij, maar u heeft dit niet met iemand besproken
(…)[verweerder (voornaam)] praat alleen met vrouwen en als vrouwen langs hem lopen, kijkt hij alleen naar hun kont
(…)
U heeft aangegeven dat u dit gedrag alleen bij [verweerder (voornaam)] ziet
(…)
U ziet duidelijk een verschil tussen hoe [verweerder (voornaam)] vrouwen behandeld en hoe hij mannen behandeld. Tegen mannen doet hij normaal, daar legt hij nooit een arm om de schouder of staat te dichtbij
(…)”
De brief aan mevrouw [klaagster 1] vermeldt onder meer:
“U begint uw verhaal op uw 1e of 2e werkdag, waarbij [verweerder (voornaam)] op enig moment naar u toe is gekomen om zichzelf te introduceren. U merkte dat hij veel om u heen liep en in uw buurt was (…) [verweerder (voornaam)] vroeg uw mobiele nummer, maar die heeft u niet gegeven. Hij is op enig moment toch aan uw nummer gekomen, waarop hij u berichten begon te sturen (…) Later werden de berichten erger qua inhoud. Hij vroeg vaak of u naar zijn kantoor kwam. Dat heeft u niet gedaan. Op enig moment was u wel in zijn kantoor met hem, omdat u een vraag had over de loonstrook. Toen u naast hem zat, legde hij zijn hand op uw been en zei dat u niet bang hoefde te zijn. De volgende keer zou hij bloemen voor u meenemen. U bent uiteindelijk weg gegaan, meer is daar niet gebeurd. [verweerder (voornaam)] heeft u vaker aangeraakt, door haren uit uw gezicht te halen en op enig moment heeft hij u geprobeerd te kussen (…) [verweerder (voornaam)] bood u ook vaak aan om u thuis te brengen van het werk (…) Ook heeft hij u aangeboden om van functie te wisselen, maar daarvoor wilde hij wel beloond worden. Wat hij hiervoor precies in gedachte had weet u niet. Wel sprak hij vaak over het langskomen bij hem in het weekend.
(…)Hij gaf ook vaak ongewenste opmerkingen die seksueel getint waren. U noemt als voorbeeld dat hij zei dat u er sexy uit zag die dag, sexy genoeg voor hem, dus je kunt later wel langskomen.