ECLI:NL:RBMNE:2021:6482
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de betalingsregeling voor terugbetaling van toeslagen
In deze zaak heeft eiser, een persoon die te maken heeft met de terugbetaling van te veel ontvangen toeslagen, beroep ingesteld tegen de betalingsregeling die door de Belastingdienst/Toeslagen is vastgesteld. Eiser had op 31 juli 2020 een verzoek ingediend voor een persoonlijke betalingsregeling, maar de Belastingdienst bood hem een standaard betalingsregeling aan waarbij hij € 221,- per maand moest terugbetalen tot 31 juli 2022. Eiser was het niet eens met deze regeling en heeft beroep ingesteld nadat zijn bezwaar tegen het primaire besluit ongegrond was verklaard.
De rechtbank heeft op 1 december 2021 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiser voerde aan dat de Belastingdienst bij de berekening van zijn betalingscapaciteit geen rekening had gehouden met zijn werkelijke uitgaven, zoals hogere huur- en zorgpremiekosten. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst zich aan de wettelijke regels had gehouden bij de berekening van de betalingscapaciteit, maar dat er wel ruimte was voor een ruimere uitleg van deze regels. Ondanks de omstandigheden van eiser, oordeelde de rechtbank dat de Belastingdienst geen aanleiding had hoeven zien om af te wijken van de wettelijke regels, omdat de berekende betalingscapaciteit van € 562,- per maand voldoende was om de toeslagschuld binnen de gestelde termijn af te betalen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen gelijk kreeg. De uitspraak werd gedaan door rechter M.E.J. Sprakel en griffier M.P.M. Veerman-Timmer, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiser werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak in beroep te gaan bij de Raad van State als hij het niet eens was met de beslissing.