Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.Waar gaat het over
3.De oordeelt de rechtbank
Het beoordelingskader
1.126,00(2 punten x tarief € 563,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft [verzoeker] op 25 augustus 2020 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Midden-Nederland, waarin hij verzoekt om de verwijdering van een registratie in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van het Bureau Kredietregistratie (BKR). Deze registratie betreft een doorlopend krediet van € 700,00 dat hij in 2012 heeft afgesloten bij [onderneming]. Vesting Finance, de verweerster, heeft de kredietovereenkomst overgenomen en is sindsdien verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens. De registratie is ontstaan door een betalingsachterstand die in 2014 is geregistreerd. Na een succesvol schuldhulpverleningstraject heeft [verzoeker] in oktober 2019 een finale kwijting ontvangen van zijn schulden, maar de registratie bleef bestaan.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. [verzoeker] heeft aangevoerd dat de registratie hem belemmert in het verkrijgen van een hypotheek voor een grotere woning, wat hij nodig heeft nu hij en zijn partner een kind verwachten. Vesting Finance heeft verweer gevoerd en de rechtbank geconfronteerd met het belang van kredietverstrekkers om geïnformeerd te zijn over de kredietwaardigheid van [verzoeker]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de registratie niet proportioneel is, gezien de omstandigheden van [verzoeker] en het feit dat hij zijn schulden heeft afgelost. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om het verzoek van [verzoeker] toe te wijzen en Vesting Finance te veroordelen om de registratie binnen zeven dagen te verwijderen, onder verbeurte van een dwangsom.