Het oordeel van de rechtbank
Zorgvuldigheid
4. Naar het oordeel van de rechtbank is het onderzoek voldoende zorgvuldig uitgevoerd. De primaire verzekeringsarts heeft eiseres psychisch onderzocht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft dossieronderzoek verricht en was aanwezig bij de hoorzitting. Ook heeft zij eiseres psychisch onderzocht. Ze heeft alle beschikbare medische informatie meegewogen bij haar oordeel, waaronder informatie van de behandelend sector. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 5 december 2019 eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe ze tot haar oordeel is gekomen.
5. Eiseres voert aan dat de medische beoordeling onjuist is, omdat haar beperkingen zijn onderschat. Eiseres voert aan dat zij beperkt moet worden ten aanzien van het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden als gevolg van haar dwanghandelingen. Er zijn ook onterecht geen beperkingen aangenomen ten aanzien van de items geen afleiding door activiteiten van anderen, geen hoog handelingstempo bij complexe taken, werk waarin meestal weinig tot geen contact is met klanten en werk waarin meestal weinig tot geen direct is met patiënten. Daarnaast voert eiseres aan dat zij bij warm weer kortademig is en transpireert als gevolg van haar obesitas. Door haar obesitas heeft zij ook enkel-, knie- en rugklachten. De schouderklachten zijn chronisch. Er dienen beperkingen aangenomen te worden ten aanzien van dynamische en statische handelingen als gevolg van energetische beperkingen. Het staan en lopen, reiken, frequent reiken, buigen, traplopen en klimmen moet beperkt worden. Deze activiteiten kosten allemaal energie en zijn knie-, schouder-, en rugbelastend. Er moet ook een beperking worden aangenomen ten aanzien van ploegendiensten, omdat dit een verstoring van het dag- en nachtritme oplevert en nadelig is voor eiseres’ hypertensie. Ook is eiseres beperkt voor avondwerk.
6. In het rapport van 5 november 2019 concludeert de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat een beperking ten aanzien van dwanghandelingen inzake schoonmaken niet aan de orde is. Uit het dagverhaal en de verkregen toelichting tijdens de hoorzitting blijkt namelijk dat eiseres weinig doet in het huishouden en veel hulp heeft. In het rapport van 24 maart 2020 licht de verzekeringsarts bezwaar en beroep nog toe dat de onbedwingbare neiging tot schoonmaken ontbreekt.
7. De rechtbank overweegt dat eiseres niet met medische stukken heeft onderbouwd dat het oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep onjuist is. De rechtbank kan op zich de gedachtegang dat een terugval mogelijk is bij het uitoefenen van schoonmaakwerkzaamheden begrijpen, maar het feit dat eiseres een dwangstoornis heeft gehad, betekent niet zonder meer dat zij, enkel vanwege haar vrees, daardoor beperkt moet worden voor schoonmaakwerkzaamheden. Zij is in het verleden hiervoor behandeld en de verzekeringsartsen van verweerder hebben hierover overwogen dat niet langer een onbedwingbare dwang aanwezig is bij eiseres. Het is hun medisch oordeel dat een beperking voor schoonmaakwerkzaamheden daarom niet nodig is. Het ligt dan op de weg van eiseres om, met bijvoorbeeld medische stukken van haar behandelaars, aan te tonen dat dit niet klopt of dat de kans op een terugval aannemelijk is. Dit heeft eiseres niet gedaan. Eiseres heeft hiermee niet aangetoond dat de kwetsbaarheid voor schoonmaakwerkzaamheden als zodanig bestaat. Haar eigen vrees, hoewel begrijpelijk, is daarvoor onvoldoende. De beroepsgrond slaagt niet.
8. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert dat een beperking ten aanzien van afleiding door anderen niet aan de orde is, omdat dit al wordt ondervangen door de beperking ten aanzien van storingen en onderbrekingen. In het rapport van 24 maart 2020 licht de verzekeringsarts bezwaar en beroep toe dat het item ‘geen afleiding door activiteiten door anderen’ ziet op de definitie dat de werknemer zich moet kunnen afsluiten van externe prikkels. Tijdens de hoorzitting is echter niet gebleken dat eiseres afleidbaar is door de aanwezigen of het verkeerslawaai van buiten. Tijdens de hoorzitting was sprake van een goede concentratie en kon eiseres bij herhaling van vragen zich blijven concentreren op de kern van de zaak. Daarnaast is van concentratieproblemen in een toch stresserende setting als een hoorzitting volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet gebleken.
9. De rechtbank kan de bevindingen en conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep goed volgen. De rechtbank overweegt dat het de specifieke deskundigheid van verzekeringsartsen is om gezondheidsklachten om te zetten in arbeidsbeperkingen. De items ‘geen afleiding door activiteiten door anderen’ en ‘een werksituatie zonder veelvuldige storingen en onderbrekingen’ verschillen zoals eiser terecht stelt inderdaad van elkaar, maar dit betekent niet dat er, omdat er een beperking is ten aanzien van storingen en onderbrekingen, ook direct een beperking ten aanzien van het werken zonder veelvuldige storingen en onderbrekingen moet worden aangenomen. De beroepsgrond slaagt niet.
10. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is een beperking ten aanzien van hoog handelingstempo inclusief complexe taken niet aan de orde. Tijdens het onderzoek bij de primaire verzekeringsarts en tijdens de hoorzitting is niet gebleken dat er bij eiseres sprake was van een trage reactie, dan wel afgenomen alertheid. Daarnaast wordt een hoog handelingstempo reeds ondervangen door het feit dat eiseres is aangewezen op een voorspelbare werksituatie, dan wel dat zij niet kan inspelen op sterk wisselende uitvoeringsomstandigheden. Daarmee wordt ook tegemoetgekomen aan de aanwezigheid van ADHD. In het rapport van 24 maart 2020 licht de verzekeringsarts bezwaar en beroep nog toe dat er alleen een beperking wordt aangenomen voor het item hoog handelingstempo, wanneer eiseres beperkt of in het geheel niet in staat is om een hoog handelingstempo te realiseren, afhankelijk van de complexiteit van de taken. Tijdens de hoorzitting maakte eiseres volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet de indruk dat zij niet in staat is om complexe taken uit te voeren. Ze maakte een weerbare, kritische indruk en reageerde alert en consequent op vragen.
11. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende rekening gehouden met de beperkingen van eiseres. Het is de specifieke deskundigheid van verzekeringsartsen om gezondheidsklachten om te zetten in arbeidsbeperkingen. De verzekeringsarts heeft inzichtelijk en overtuigend beargumenteerd waarom er vanuit medisch oogpunt geen beperking dient te worden aangenomen ten aanzien van het item hoog handelingstempo. Eiseres heeft tegen de medische beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep niets ingebracht wat zorgt voor twijfel hieraan. De beroepsgrond slaagt niet.
Conflicthantering/patiëntencontact
12. Een beperking ten aanzien van patiëntencontact is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep reeds ondervangen door de beperking op het item conflicthantering. Eiseres voert daartegen aan dat deze beperking langdurig contact met patiënten of hulpbehoevenden echter niet uitsluit. Dit is juist, maar eiseres heeft niet met medische informatie aannemelijk gemaakt dat zij beperkt zou moeten zijn ten aanzien van patiëntencontact. De rechtbank volgt eiseres daarom niet in haar stelling dat er ook een beperking dient te worden aangenomen ten aanzien van patiëntencontact. Door een beperking op het item conflicthantering wordt namelijk al vermeden dat eiseres in situaties terecht komt die zij moet vermijden. De beroepsgrond slaagt niet.
13. De geclaimde beperkingen voor hitte interpreteert de verzekeringsarts bezwaar en beroep als een subjectieve beleving, waardoor er geen beperkingen worden aangenomen op het item fysieke omgevingseisen. Daarnaast gaf eiseres in april 2019 aan dat zij geen hinder ondervindt van haar overgewicht. In het rapport van 24 maart 2020 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep nog toegelicht dat hitte geen kenmerkende functiebelasting is in één van de geduide functies.
14. De rechtbank kan de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep volgen. Daarnaast heeft eiseres niet met medische stukken onderbouwd dat er beperkingen aangenomen moeten worden ten aanzien van fysieke omgevingseisen. Aan de manier waarop eiseres zelf haar klachten ervaart kan, hoe vervelend ook, in de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling geen doorslaggevende betekenis toekomen. De beroepsgrond slaagt niet.
Enkel-, knie-, rug- en schouderklachten
15. De verzekeringsarts concludeert dat de knieklachten nooit geobjectiveerd zijn en de enkelklachten niet aan de orde zijn geweest. De gewrichtsklachten nemen toe onder invloed van psychische spanning. Nadere beperkingen ten aanzien van dynamische en statische houdingen zijn niet aan de orde, omdat er geen voorschot wordt genomen op beperkingen die vanwege obesitas zouden kunnen ontstaan. De geclaimde beperkingen zijn volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet medisch objectiveerbaar, maar het gevolg van overbelasting. Ook de schouderklachten zijn het gevolg van overbelasting tijdens de ziekmelding.
16. De rechtbank stelt vast dat er beperkingen zijn aangenomen voor het tillen, dragen, lichte en zware voorwerpen hanteren tijdens werk, lopen en staan tijdens het werk. Anders dan eiseres stelt, ziet de rechtbank geen aanleiding om te concluderen dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met de beperkingen van eiseres. Het is de specifieke deskundigheid van verzekeringsartsen om gezondheidsklachten om te zetten in arbeidsbeperkingen. Dat eiseres haar klachten en beperkingen ernstiger inschat, weegt niet op tegen het medisch oordeel van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De beroepsgrond slaagt niet.
17. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat er een beperking moet worden aangenomen ten aanzien van het werken in ploegendienst. Omdat er al een beperking is aangenomen voor nachtwerk is een beperking ten aanzien van het werken in ploegendienst grotendeels ondervangen. Door de beperking voor nachtwerk komen namelijk alleen functies met bijvoorbeeld ochtend- en avonddiensten voor eiseres in aanmerking. Eiseres heeft niet met medische informatie onderbouwd dat zij ook niet in staat is om in dergelijke ploegendienst te werken. De beroepsgrond slaagt niet.
Arbeidskundige beoordeling
18. Tegen de arbeidskundige beoordeling heeft eiseres verder geen specifieke beroepsgronden naar voren gebracht, anders dan dat de arbeidskundige beoordeling niet juist is. Nu de medische gronden niet slagen en de rechtbank de medische beoordeling als uitgangspunt neemt, bestaat er geen aanleiding om te twijfelen aan de geschiktheid van de geduide functies. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in zijn rapport van 10 december 2019 per functie heeft gemotiveerd waarom de belastbaarheid van eiseres niet wordt overschreden.
19. Verweerder heeft terecht bepaald dat eiseres met ingang van 8 mei 2019 meer arbeidsgeschikt is dan voorheen.
20. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.