2.9samenwerken, 2.12.1 contact met klanten en 2.12.2 contact met patiënten
12. Eiseres heeft aangegeven dat zij door de verzekeringsarts sterk beperkt is geacht op item 2.8 omgaan met conflicten. Zij meent dat zij daarom ook beperkt moet worden geacht op items 2.9 (samenwerken), 2.12.1 (contact met klanten) en 2.12.2 (contact met patiënten).
13. De rechtbank overweegt dat indien sprake is van een beperking in de FML op het item omgaan met conflicten, er door de arbeidsdeskundige geen functies zullen worden geselecteerd met een bijzondere belasting ten aanzien van het omgaan met conflicten. Bij de beoordeling van de punten 2.9, 2.12.1 en 2.12.2 neemt de verzekeringsarts in die situatie mee dat er al een beperking op omgaan met conflicten is gegeven. Voor het automatisch aannemen van beperkingen op 2.9, 2.12.1 en 2.12.2 als er een beperking op omgaan met conflicten aanwezig is bestaat geen grond. In tegendeel, de verzekeringsarts moet deze aparte punten ook los van elkaar beoordelen. Tegen deze achtergrond kan de rechtbank de toelichting van de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapport van 14 september 2021 volgen. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn de klachten van eiseres niet van dien aard dat eiseres echt beperkt is voor samenwerken. Heel intensief moeten overleggen met een groep mensen is niet goed mogelijk, maar dit is een eis die boven de normwaarde uitkomt. In een normale taak acht de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiseres voldoende in staat om samen te werken. Hetzelfde geldt voor het contact met klanten en patiënten. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is eiseres niet beperkt in het contact met klanten en patiënten. Maar heel intensief contact met klanten en patiënten kan volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep wel erg belastend zijn voor eiseres. In de geduide functies is echter geen sprake van intensieve contacten met klanten of patiënten. Eiseres heeft in beroep niet met medische informatie onderbouwd waarom een beperking voor items 2.9, 2.12.1 en 2.12.2 moet worden aangenomen De beroepsgrond slaagt niet.
14. Eiseres voert ook aan dat een urenbeperking aangenomen moet worden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 13 juli 2021 toegelicht dat er geen reden is voor het aannemen van urenbeperking conform de standaard ‘‘Duurbelastbaarheid in Arbeid’’. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is er is geen sprake van een aanzienlijke energetische beperking of een duidelijk verhoogde rustbehoefte. Ook uit preventieve overwegingen is een urenbeperking volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet aangewezen. In zijn rapport van 14 september 2021 vermeldt de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat ten tijde van de datum in geding eiseres nog geen intensieve behandeling had, waardoor er geen reden is voor een urenbeperking vanwege verminderde beschikbaarheid. De rechtbank kan deze toelichting volgen. Eiseres heeft in beroep niet met medische informatie onderbouwd waarom een urenbeperking moet worden aangenomen. De beroepsgrond slaagt niet.
15. Eiseres voert verder aan dat ten onrechte geen rekening is gehouden met de traumabehandeling die zij op 17 februari 2021 is gestart bij I-Psy. De brief van I-Psy van 19 april 2021 gericht aan de huisarts, dateert na de datum in geding, maar de doorverwijzing door POH GGZ heeft in december 2020 plaatsgevonden en de intake heeft op 3 maart 2021 plaatsgevonden, aldus eiseres.
16. Naar het oordeel van de rechtbank hebben zowel de primaire verzekeringsarts als de verzekeringsarts bezwaar en beroep rekening gehouden met de traumabehandeling van eiseres bij I-Psy. In het rapport van de primaire verzekeringsarts van 8 februari 2021 en in het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 13 juli 2021 is vermeld dat eiseres op 17 februari 2021 bij I-Psy kon starten. In het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 26 oktober 2021 is toegelicht dat rekening is gehouden met de klachten van eiseres als gevolg van angst/PTSS en depressieve klachten. Het gaat daarbij om slaapproblemen, piekeren, vermijding, prikkelbaarheid, schrikachtigheid en anhedonie. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is er op grond van de meer algemene aanduiding van de klachten en eerdere medische informatie wel rekening gehouden met deze klachten omdat dit kenmerken zijn van depressieve klachten. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is er bij eiseres sprake van een geleidelijke overgang van aanpassingsstoornis naar depressie. De indicaties leiden volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep tot dezelfde beperkingen. De rechtbank kan ook deze toelichting volgen.
In wat in beroep is aangevoerd ziet de rechtbank geen aanleiding om aan de juistheid van de medische beoordeling door de verzekeringsarts bezwaar en beroep te twijfelen.