Op 5 januari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De eiser had een handhavingsverzoek ingediend tegen het slopen van een dwarsmuur en een steunpilaar in een pand. Na afwijzing van dit verzoek door de gemeente, heeft de eiser meerdere keren beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen van de gemeente op zijn bezwaar. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken dwangsommen opgelegd aan de gemeente voor het niet tijdig nemen van een beslissing. In deze uitspraak heeft de rechtbank vastgesteld dat de dwangsom uit de laatste uitspraak op het moment van indienen van het beroep nog niet was volgelopen, maar dat de rechtbank nu aanleiding ziet om de beleidslijn niet toe te passen. Hierdoor is het opvolgende beroep ontvankelijk verklaard.
De rechtbank oordeelt dat de gemeente opnieuw een besluit moet nemen op het bezwaar van de eiser, binnen twee weken na verzending van de uitspraak. Tevens is de rechtbank van mening dat er een hogere dwangsom van € 400,- per dag moet worden opgelegd, met een maximum van € 60.000,-, omdat de gemeente ondanks eerdere waarschuwingen nog steeds geen beslissing heeft genomen. De eiser krijgt ook een vergoeding voor proceskosten van € 379,50,- en het griffierecht van € 181,- moet door de gemeente aan de eiser worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.