Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 januari 2022 met producties 1 tot en met 20
- de op 31 januari 2022 door Triodos overgelegde producties 1 tot en met 35
- de conclusie van antwoord met producties 36
- de op 25 maart 2022 door [eiser] overgelegde producties 21 tot en met 25
- de op 28 maart 2022 door [eiser] overgelegde producties 26, 27 en 28
- de mondelinge behandeling van 29 maart 2022
- de pleitnota van Triodos.
2.Waar gaat de zaak over?
“Er is geen relatie tot mij en de bedrijven”en
“Dit betreft aflossing van een lening”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Spoedeisend belang
- In 1992 heeft [eiser] geld geleend aan [bedrijf 3] B.V. (hierna: [bedrijf 3] ) voor de aankoop van een boerderij in 1992 en later 2 percelen weiland.
- [bedrijf 4] B.V. (hierna: [bedrijf 4] ) heeft op 22-8-2008 een lening verstrekt aan onder meer [bedrijf 3] , [bedrijf 2] en [eiser] van € 7.500.000.
- De boerderij en de percelen zijn in 2013 door [bedrijf 3] in eigendom overgedragen aan [bedrijf 4] ter aflossing van een schuld van [bedrijf 2] aan [bedrijf 4] . [bedrijf 3] verkreeg daarmee een vordering op [bedrijf 2] van per 1 januari 2019 € 1.147.490.
- [bedrijf 3] heeft die laatste vordering op 8 maart 2019 overgedragen aan [eiser] in verband met de schuld van [bedrijf 3] aan [eiser] .
- [bedrijf 1] is een 100% dochter van [bedrijf 2] en [bedrijf 1] haar bedrijfspand van [bedrijf 2] . [bedrijf 1] is dan ook huur verschuldigd aan [bedrijf 2] .
- De betalingen van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] aan [eiser] strekken tot betaling van deze huurverplichtingen die [bedrijf 1] jegens [bedrijf 2] heeft en tot aflossing van de schuld van [bedrijf 2] aan [bedrijf 3] / [eiser] .
- [bedrijf 2] heeft naast de lening van [bedrijf 3] ook een RC-schuld aan [eiser] . [bedrijf 2] betaalt die RC-schuld aan [eiser] onder meer af door schulden van [eiser] aan derden te voldoen.
(aspirant-)cliënten. Naast die informatie hebben banken immers alleen toegang tot openbare bronnen.
- dat de rekeningen bij Rabobank, ABNAmro Bank zijn opgeheven;
- dat de rekening bij N26 geen bankrekening is; en
- dat hij geen gebruik kan maken van de rekeningen bij de buitenlandse banken omdat daarop al jarenlang een strafrechtelijk beslag ligt.
1.016,00
5.De beslissing
- € 163,00 aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van volledige betaling; en
- € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,