In deze civiele zaak heeft eiseres [eiseres] gedaagde [gedaagde] gedagvaard op 2 augustus 2021. De mondelinge behandeling vond plaats op 13 mei 2022 in de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht. Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R. Bagasrawalla, vorderde de verwijdering van twee vensters in de gevel van de woning van gedaagde, die zich binnen twee meter van de erfgrens bevinden en uitzicht zouden geven op haar perceel. Gedaagde, vertegenwoordigd door mr. G.J.A.M. Bogaers, heeft betwist dat er sprake is van een strijd met artikel 5:50 van het Burgerlijk Wetboek, dat het hebben van vensters binnen twee meter van de erfgrens verbiedt als deze uitzicht geven op het perceel van buren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vensters zich op een hoogte van minimaal 2,30 meter bevinden, waardoor er geen uitzicht is op het perceel van eiseres. De rechtbank oordeelde dat de vensters enkel daglicht in de kamer toelaten en dat het niet mogelijk is om zonder trap door de ramen naar buiten te kijken. De rechtbank concludeerde dat er geen strijd is met artikel 5:50 BW en dat er geen hinder is die een grondslag zou kunnen zijn voor de vordering van eiseres. De vorderingen van eiseres zijn afgewezen.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat gedaagde geen tegenvordering heeft ingesteld voor de kosten die hij heeft gemaakt voor het deskundigenrapport, waardoor eiseres niet kan worden veroordeeld tot betaling van deze kosten. Eiseres is veroordeeld tot betaling van de proceskosten van gedaagde, begroot op € 1.395,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De uitspraak is gedaan door mr. A.A.T. van Rens, rechter, in aanwezigheid van mr. N.L. Kuipers, griffier.