Uitspraak
[derde belanghebbende](vergunninghouder).
Inleiding
Beslissing
- verklaart het beroep van [eiser 4] niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep van de overige eisers ontvankelijk;
- verklaart hun beroep ongegrond.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 juni 2022 uitspraak gedaan over een omgevingsvergunning die was verleend voor de wijziging van de gevels van twee loodsen. De vergunninghouder, een veehouderij, had op 17 februari 2020 een wijziging van de omgevingsvergunning aangevraagd, die eerder in 2015 was verleend. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht heeft deze aanvraag op 20 april 2020 goedgekeurd. Tegen deze beslissing hebben eisers bezwaar gemaakt, maar het college heeft hen niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij niet als belanghebbenden konden worden aangemerkt.
De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat de eisers, die bezwaar hadden gemaakt, niet als belanghebbenden konden worden aangemerkt, omdat de afstand tussen hun woningen en de loodsen aanzienlijk was en de gevolgen van de wijziging van de gevels voor hen niet van betekenis waren. De rechtbank heeft ook overwogen dat de hoorplicht niet was geschonden, omdat het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft het beroep van eiser [eiser 4] niet-ontvankelijk verklaard en het beroep van de overige eisers ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. J.M.T. Bouwman.