ECLI:NL:RBMNE:2022:282
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete op grond van de Zorgverzekeringswet wegens het niet afsluiten van een zorgverzekering en de ontheffing als gemoedsbezwaarde
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het CAK. Eiseres had een bestuurlijke boete van € 426,24 opgelegd gekregen omdat zij geen zorgverzekering had afgesloten, zoals vereist onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen deze boete, maar het CAK verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiseres stelde dat zij alle mogelijke inspanningen had verricht om tijdig een ontheffing voor gemoedsbezwaren te regelen, maar dat dit niet was gelukt voor de gestelde termijn van 2 juli 2021. De rechtbank oordeelde dat eiseres inderdaad verwijtbaar had gehandeld door niet tijdig een zorgverzekering af te sluiten en dat de boete terecht was opgelegd. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat zij niet in staat was om de ontheffing tijdig te verkrijgen en dat de verantwoordelijkheid voor het regelen van de ontheffing bij haar lag. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werden geen proceskosten vergoed.