ECLI:NL:RBMNE:2022:3212
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering verklaring van rijgeschiktheid en ongeldig verklaring rijbewijs op basis van psychiatrisch rapport
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die eerder rijongeschikt was verklaard, en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiser had op 4 mei 2021 een gezondheidsverklaring ingediend om te laten beoordelen of hij geestelijk en lichamelijk in staat was om te rijden. Echter, bij besluit van 7 september 2021 werd eiser niet rijgeschikt verklaard. Het bezwaar van eiser tegen dit besluit werd op 8 februari 2022 ongegrond verklaard, waarna eiser beroep instelde.
De rechtbank behandelde de zaak op 7 juli 2022, waarbij eiser aanwezig was, maar verweerder zich afmeldde. De rechtbank oordeelde dat verweerder zich terecht had gebaseerd op een psychiatrisch rapport van 17 juli 2021, waarin werd vastgesteld dat eiser lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type en dat hij geen ziekte-inzicht heeft. De psychiater adviseerde om eiser ongeschikt te verklaren voor het besturen van motorrijtuigen. Eiser betwistte de diagnose en voerde aan dat hij eerder zonder problemen had gereden en dat zijn rijbewijs essentieel was voor zijn gezin.
De rechtbank concludeerde dat het psychiatrische rapport zorgvuldig was opgesteld en dat de conclusies daarvan gerechtvaardigd waren. Eiser had niet aangetoond dat het rapport onjuist was en de rechtbank oordeelde dat het persoonlijk belang van eiser niet opwoog tegen het algemene belang van de verkeersveiligheid. Uiteindelijk werd het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekende dat zijn rijbewijs ongeldig bleef en hij geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontving.