ECLI:NL:RBMNE:2022:345
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van een taxichauffeur na langdurige ziekte
In deze zaak heeft eiseres, een taxichauffeur, zich op 3 januari 2019 ziekgemeld en na twee jaar ziekte een arbeidsongeschiktheidsuitkering aangevraagd op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) heeft op 23 oktober 2020 een uitkering toegekend met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 43,48%. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het UWV heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op 17 januari 2022 behandeld. Eiseres betwistte de juistheid van het vastgestelde arbeidsongeschiktheidspercentage en voerde aan dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was. Ze stelde dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar fibromyalgie en psychische klachten. De rechtbank oordeelde echter dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen de klachten van eiseres adequaat hadden beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om aan de juistheid van de medische beoordeling te twijfelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de geduide functies voor eiseres passend zijn en dat de arbeidsongeschiktheid correct is vastgesteld op 43,48%. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door rechter G.P. Loman en is openbaar gemaakt op 2 februari 2022.