Overwegingen
1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. Eiseres was werkzaam als verzorgende IG bij [stichting] gedurende 23,91 uur per week. Na een wachttijd van 104 weken vond er een beoordeling plaats. Vervolgens heeft verweerder de besluiten genomen zoals vermeld onder ‘Procesverloop’.
2. Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat eiseres recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering naar een arbeidsongeschiktheidspercentage van 35 tot 80%. Verweerder heeft de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres in de voorgenomen beslissing op bezwaar eerst vastgesteld op 66,66% en daarna in het bestreden besluit op 74,57%. Daarbij heeft verweerder zich gebaseerd op medische en arbeidskundige rapportages.
3. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit, omdat zij vindt dat haar mate van arbeidsongeschiktheid onjuist is vastgesteld. Verweerder blijft bij het bestreden besluit. De rechtbank moet aan de hand van wat partijen naar voren hebben gebracht, beoordelen of verweerder de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres terecht heeft vastgesteld op 74,57%. Daarbij gaat het om de medische toestand van eiseres op 9 november 2019 (de datum per einde wachttijd).
4. Het wijzigingsbesluit van 7 januari 2021 is niet in geschil tussen partijen.
Het oordeel van de rechtbank
5. Bij haar beoordeling stelt de rechtbank voorop dat verweerder besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapportages van verzekeringsartsen, wanneer deze op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen, geen tegenstrijdigheden bevatten en voldoende begrijpelijk zijn. Dit betekent niet dat deze rapportages en de daarop gebaseerde besluitvorming in beroep onaantastbaar zijn. Het is aan een eiseres aan te voeren en, zo nodig, aannemelijk te maken dat de rapportages niet op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, tegenstrijdigheden bevatten, onvoldoende begrijpelijk zijn, of dat de in de rapportages gegeven beoordeling onjuist is.
Tegenstrijdigheden, onzorgvuldigheden en onbegrijpelijkheden in de rapportages kunnen aannemelijk gemaakt worden door niet medisch geschoolden. Voor het aannemelijk maken dat de gegeven medische beoordeling onjuist is, is evenwel in beginsel een rapportage van een arts nodig. Dit brengt mee dat de manier waarop iemand zelf zijn gezondheidsklachten ervaart, geen toereikende grondslag vormt voor het aannemen van een hogere mate van arbeidsongeschiktheid.
Voldoet de medische beoordeling aan de voorwaarden?
6. De rechtbank vindt van wel. De primaire verzekeringsarts heeft het dossier bestudeerd en heeft informatie ingewonnen bij de huisarts van eiseres. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het dossier bestudeerd, de medische informatie bij zijn beoordeling betrokken en was aanwezig bij de telefonische hoorzitting. Daarnaast heeft hij in de rapporten van 7 december 2020, 6 oktober 2021 en 29 november 2021 een onderbouwing gegeven over het standpunt dat een minimale blootstelling aan stoffen, gassen en dampen geen overschrijding van de belastbaarheid oplevert. Naar het oordeel van de rechtbank heeft hij in zijn rapporten eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden beargumenteerd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. De rechtbank ziet dat alle klachten en aandoeningen van eiseres zijn onderkend, en dat de medische informatie kenbaar bij de beoordeling is betrokken. De medische beoordeling voldoet daarmee aan de voorwaarden. Eiseres heeft ook geen gronden aangevoerd met betrekking tot de zorgvuldigheid van het onderzoek. Dat betekent dat verweerder zich bij het bestreden besluit mocht baseren op de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
7. De rechtbank zal hierna per geselecteerde functie de gronden van eiseres beoordelen. Eiseres heeft haar gronden onderbouwd met rapporten van arbeidsdeskundige mw. [arbeidsdeskundige] van 7 januari 2021, 16 maart 2021 en 23 juli 2021.
De functie Medior Soldering Operator (SBC-code 11180)
8. Eiseres voert aan dat de functie Medior Soldering Operator niet geschikt is, omdat er dampen en/of gassen vrijkomen en niet duidelijk is hoeveel. Daarnaast wordt ook damp van andere collega’s ingeademd. Eiser is echter beperkt ten aanzien van het inademen van dampen. Een minimale aanwezigheid van stoffen/damp/gassen is volgens eiseres al te belastend voor haar. De door eiseres ingeschakelde verzekeringsarts dhr. [verzekeringsarts] heeft dit standpunt geaccordeerd. Verder vraagt eiseres de rechtbank een onafhankelijke deskundige te benoemen.
9. In het rapport van 11 december 2020 geeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep aan dat uit de aanvullende toelichting van de arbeidsdeskundig analist blijkt dat er gerichte afzuiging aan de bron plaatsvindt. Het is echter niet uit te sluiten dat er weleens sporen van soldeerdamp buiten de afzuiging treden. Dit betreft echter zeer geringe hoeveelheden. In het rapport van 16 februari 2021 concludeert de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat de blootstelling aan soldeerdamp minimaal is en de aanname dat er sprake zou zijn van een opbouw aan soldeerdamp niet juist is. Verder concludeert de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in het rapport van 10 juni 2021 dat een beperking ten aanzien van een bepaald belastingaspect niet betekent dat de betreffende belasting helemaal niet in het werk mag voorkomen. De eventuele minimale blootstelling aan soldeerdamp geeft geen overschrijding van de belastbaarheid van eiseres. Daarnaast benoemt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat eiseres deelneemt aan het verkeer en dat zij regelmatig doucht. Niet valt in te zien dat eiseres in het dagelijkse leven nooit zal worden blootgesteld aan bijvoorbeeld minimale hoeveelheden uitlaatgassen of waterdamp tijdens het douchen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep geaccordeerd.
10. Partijen verschillen dus van mening over de vraag in welke mate eiseres blootgesteld mag worden aan dampen. Op de zitting heeft de rechtbank geconstateerd dat de afwijkende standpunten van partijen hierover zijn ingenomen door de betrokken arbeidsdeskundigen en slechts zijn geaccordeerd door de door eiseres en verweerder ingeschakelde verzekeringsartsen. Een inhoudelijke, medische onderbouwing van hen ontbrak echter. De rechtbank heeft daarom partijen gevraagd hun standpunt ook medisch te onderbouwen.
11. Nadat de rechtbank de zaak op de zitting van 3 september 2021 heeft aangehouden, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep van het Uwv overleg gehad met de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep, die een toelichting van de arbeidsdeskundig analist over deze functie heeft ingebracht. Uit de toelichting van de arbeidsdeskundig analist blijkt dat de gerichte afzuiging aan de bron betekent dat de geringe soldeerdamp die er is, direct boven het werk wordt afgezogen. Het soldeerwerk wordt op een vaste plaats onder de afzuiging verricht. Door te werken met een dynascope is het niet nodig met het gezicht direct boven het soldeerwerk te zitten. Verder blijkt uit de toelichting dat de werkplek behoorlijk stofvrij is vanwege de aanwezigheid van elektronische apparatuur.
12. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert vervolgens in het rapport van 6 oktober 2021 dat er bij eiseres geen aanwijzingen zijn voor hyperreactiviteit van de longen, waardoor er in beginsel geen reden is om haar ook te beperken voor minimale hoeveelheden soldeerdamp. Omdat er gebruik wordt gemaakt van een dynascope, hoeft eiseres niet met haar gezicht in de buurt te komen van de bron. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert verder dat uitgaande van de stoornis (waarbij er geen aanwijzingen zijn voor astma met hyperreactiviteit van de longen) en de werkomstandigheden (namelijk afzuiging bij de bron en het creëren van een grotere afstand tussen het gezicht en de bron door het gebruik van een dynascope), er geen medische contra-indicatie bestaat voor een te verwaarlozen minimale blootstelling aan soldeerdampen.
13. Verzekeringsarts [verzekeringsarts] overweegt in het rapport van 5 november 2011 dat eiseres reeds jaren bekend is met astma die in 2019-2020 slecht gereguleerd was. Ook werd er aangegeven dat er sprake was van hooikoorts. Daarom werd eerder door de primaire verzekeringsarts onder meer een beperking aangenomen ten aanzien van blootstelling aan rook, stof en gassen. Dit is volgens [verzekeringsarts] juist. [verzekeringsarts] voert hierover nog aan:
‘In bezwaar en beroep wordt deze beperking sterk genuanceerd, in die zin dat er tegen blootstelling aan verwaarloosbare minimale hoeveelheden (soldeer)damp geen medische contra-indicatie bestaat. Daarbij wordt aangetekend dat er geen sprake is van astma met hyperreactiviteit. Dat laatste lijkt me gelet op de voorliggende informatie van de longarts nogal een stelling. Bovendien, de verwoording ‘verwaarloosbare, minimale hoeveelheden’ lijkt me nogal rekbaar en weinig precies’.Op deze manier wordt er volgens [verzekeringsarts] niet zorgvuldig omgegaan met de geobjectiveerde longproblematiek van eiseres.
14. De rechtbank moet de vraag beantwoorden of enige blootstelling aan dampen geoorloofd is bij eiseres of helemaal niets zoals eiseres zelf betoogt. De rechtbank volgt eiseres niet en heeft daar de volgende reden voor. De rechtbank heeft aan beide partijen gevraagd om hun medische standpunt nader te onderbouwen. Verweerder moest onderbouwen waarom enige blootstelling toegestaan is en eiseres moest onderbouwen waarom geen enkele blootstelling is toegestaan. De verzekeringsarts bezwaar en beroep van verweerder heeft gemotiveerd waarom minimale blootstelling geoorloofd is. De verzekeringsarts van eiseres heeft vervolgens in feite alleen op- en aanmerkingen gegeven op het rapport van verweerder, maar hij heeft zelf niet onderbouwd waarom elke blootstelling aan damp te veel is. Omdat de rechtbank de onderbouwing van de verzekeringsarts van verweerder niet onlogisch of onbegrijpelijk vindt en eiseres haar standpunt dus (nog steeds) niet heeft onderbouwd, volgt de rechtbank het standpunt van verweerder dat minimale blootstelling is toegestaan. De rechtbank kan verweerder ook volgen in zijn beoordeling dat deze functie daar aan voldoet en dat de belastbaarheid van eiseres in deze functie daarom niet wordt overschreden. De beroepsgrond slaagt niet.
De functie Teamondersteuner (SBC-code 315100)
15. Eiseres voert aan dat de functie Teamondersteuner niet geschikt is, omdat er telefonisch contact is met klanten die bellen met een probleem. Daarnaast overschrijdt de combinatie van veelvuldige storingen/onderbrekingen, omgaan met emoties van anderen en eigen gevoelens uiten de belastbaarheid van eiseres. Volgens eiseres kan een teamondersteuner bijvoorbeeld wel te maken krijgen met een ontevreden gesprekspartner die dit laat blijken.
16. In het rapport van 11 december 2020 concludeert de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat er geen sprake is van een interactieve samenwerking. Daarnaast komt conflicthantering niet of nauwelijks voor en is er geen sprake van klantcontact waarin het hanteren van emotionele problemen van anderen noodzakelijk is. In het rapport van 16 februari 2021 concludeert de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat er gelet op de aard en inhoud van de klantcontacten geen knelpunten zijn in deze functie. De functie bestaat uit eenvoudige ondersteunende administratieve werkzaamheden. In het rapport van 10 juni 2021 concludeert de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat er geen inkomende telefoongesprekken met externe klanten gevoerd hoeven worden. Er komen geen storingen/onderbrekingen voor en er is geen sprake van het moeten hanteren van emotionele problemen van anderen.
17. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat de functie Teamondersteuner niet geschikt is. Verweerder mag uitgaan van de juistheid van de gegevens in het CBBS en daarom van de belastingen zoals deze door de arbeidskundig analist zijn verwoord en niet van de door appellant veronderstelde belastingen in de functies.Uit de functieomschrijving blijkt ook niet dat er in deze functie sprake is van veelvuldige storingen of onderbrekingen, het moeten omgaan met emoties van anderen of het uiten van eigen gevoelens. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat de gesprekken die de teamondersteuner voert, nooit inhoudelijk zijn. Daarnaast worden de telefoontjes uit eigen initiatief gepleegd en omvat dit slechts 5% van de totale werkzaamheden. De rechtbank gaat daarom uit van de functiebelasting zoals de arbeidskundig analist heeft aangenomen. Verder heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep vervolgens voldoende gemotiveerd waarom de belastbaarheid van eiseres niet wordt overschreden. Uitgaande van de juistheid van de beoordeling van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep is de functie geschikt.
De functie Bezorger Apotheekproducten (SBC-code 282102)
18. De functie Bezorger Apotheekproducten is volgens eiseres niet geschikt, omdat eiseres in deze functie te maken zal krijgen met agressieve klanten. Daarnaast is er sprake van een onvoorspelbare werksituatie door de verschillende routes en de verschillende personen waarmee de medewerker in deze functie in contact komt. Ook kan de route gedurende de werkdag bijgesteld worden.
19. In het rapport van 16 februari 2021 concludeert de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat gelet op de aard en inhoud van het klantcontact geen sprake is van overschrijding van de belastbaarheid ten aanzien van het hanteren van emoties van anderen en het uiten van eigen gevoelens. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep concludeert verder dat het feit dat eiseres beperkt is op een voorspelbare werksituatie niet betekent dat eiseres aangewezen is op volledig voorgestructureerd werk. Bij een onvoorspelbare werksituatie gaat het om werk dat niet voorspelbaar is, omdat het programma voor de werkdag van tevoren niet vast staat. Daar is in deze functie geen sprake van.
20. De rechtbank kan de beoordeling van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep goed volgen. Uit de functieomschrijving blijkt niet dat eiser te maken zal krijgen met agressieve klanten. Net als hiervoor overwogen, mag verweerder ook bij deze functie uitgaan van de juistheid van de gegevens in het CBBS en daarom van de belastingen zoals deze door de arbeidskundig analist zijn verwoord. Over de (on)voorspelbare werksituatie overweegt de rechtbank dat in het CBBS met het beoordelingspunt ‘1.8.2 Voorspelbare werksituatie’ een werksituatie wordt bedoeld ‘waarin de functionaris niet flexibel hoeft in te spelen op sterk wisselende uitvoeringsomstandigheden en/of taakinhoud.’ De rechtbank kan de beoordeling van verweerder volgen dat daar in deze functie geen sprak van zal zijn. In deze functie worden steeds bekende routes gereden. Eiseres weet dus aan het begin van de dag wat zij zal gaan doen. De rechtbank kan eiseres niet volgen dat zij steeds op verschillende plekken moet werken. In deze functie moeten de producten weliswaar op verschillende plekken bezorgd worden, maar naast de afgifte van die producten hoeft zij daar verder geen werkzaamheden te verrichten. Verder is er inderdaad sprake van contact met verschillende klanten, maar gelet op de aard van het werk is dit kortstondig en voorspelbaar contact. Uit de functieomschrijving blijkt naar het oordeel van de rechtbank daarom niet dat er sprake is van sterk wisselende uitvoeringsomstandigheden en/of taakinhoud. De functie is dus geschikt. De beroepsgrond slaagt niet.
De functie Bestelautochauffeur (SBC-code 282102)
21. Eiseres voert aan dat er in deze functie sprake is van onregelmatige werkuren. De functie is namelijk voor tien uur per week en twee uur per dag, verdeeld over zes dagen. Eiseres zal daarom wisselend een van de zes dagen vrij hebben.
22. In het rapport van 10 juni 2021 concludeert de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat de beperking ten aanzien van onregelmatigheid betrekking heeft op werktijden. Deze functie heeft echter op alle dagen werktijden van 11:00 uur tot 13:00 uur en dus regelmatige werktijden. De functie met functienummer 67141046028 heeft werktijden van 16:00-18:00 uur en dus ook regelmatig.
23. De rechtbank kan de conclusie van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat er sprake is van regelmatige werkuren goed volgen. Eiseres is beperkt ten aanzien van onregelmatige werktijden, niet ten aanzien van werkdagen. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat als er een keer niet op een dag gewerkt wordt, dit niet betekent dat er sprake is van onregelmatige werktijden. Het gaat er om dat, als eiseres moet werken, dit op een vaste tijd plaatsvindt en niet op welke dagen er gewerkt kan worden. In deze functie is sprake van vaste werktijden, zo blijkt uit de functiebeschrijvingen. De werktijden waarbinnen er gewerkt moet worden blijven hetzelfde. De functie is dus geschikt. De beroepsgrond slaagt niet.
24. Gelet op het voorgaande twijfelt de rechtbank niet aan de medische- en arbeidsdeskundige beoordeling. Voor het benoemen van een onafhankelijke deskundige bestaat daarom geen aanleiding.
25. Gelet op het voorgaande heeft verweerder de functies aan de schatting ten grondslag kunnen leggen. Verweerder heeft de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres daarom terecht vastgesteld op 74,57% per 9 november 2019.
26. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.