ECLI:NL:RBMNE:2022:4394
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Terecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting; beroep ongegrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiseres was opgelegd door de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. De naheffingsaanslag van € 69,69 was opgelegd omdat eiseres op 25 maart 2021 om 12:44 uur haar auto had geparkeerd aan een gefiscaliseerde parkeerplaats in Utrecht zonder parkeerbelasting te voldoen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door verweerder. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de digitale zitting op 13 juni 2022 heeft eiseres aangevoerd dat er geen sprake was van parkeren, omdat zij vanwege de coronamaatregelen niet de rechtbank kon betreden en vanuit haar auto met haar cliënt belde. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres haar voertuig gedurende een aaneengesloten periode had doen staan, wat volgens de Gemeentewet als parkeren wordt aangemerkt. De rechtbank volgde de redenering van eiseres niet en concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd.
De rechtbank benadrukte dat parkeerbelasting een objectieve belasting is waarbij opzet en schuld geen rol spelen. Slechts in bijzondere gevallen kan er sprake zijn van overmacht. Eiseres had ook bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de naheffingsaanslag, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder zich aan de regels had gehouden en dat de kosten van de naheffingsaanslag binnen de wettelijke kaders vielen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.