ECLI:NL:RBMNE:2022:4607
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van wrakingsverzoek wegens ontbreken procesvertegenwoordiging
Op 15 november 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoekster, dat op 1 november 2022 was ingediend tegen mr. H.J. ter Meulen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar wrakingsverzoek omdat het verzoek niet was ondertekend door een verplichte procesvertegenwoordiger, in dit geval een advocaat. Volgens artikel 2.1.2 van het wrakingsprotocol van de Rechtbank Midden-Nederland is het noodzakelijk dat een schriftelijk wrakingsverzoek door een procesvertegenwoordiger wordt ondertekend in procedures waar dit verplicht is. Dit is ook bevestigd door eerdere arresten van de Hoge Raad.
Verzoekster is op 1 november 2022 in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen, maar heeft dit niet gedaan binnen de gestelde termijn van een week. De wrakingskamer heeft daarom besloten dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek. De beslissing houdt in dat de procedure van verzoeker met zaaknummer 535481 / HA ZA 22-137 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.