ECLI:NL:RBMNE:2022:4628
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde WOZ-waarde van melkveebedrijf met woning
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 17 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de vastgestelde WOZ-waarde van een melkveebedrijf met woning. De heffingsambtenaar van de gemeente had de waarde van het onroerend goed vastgesteld op € 1.173.000,- per 1 januari 2020. Eiser, de eigenaar van het object, ging in bezwaar tegen deze beschikking, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiser stelde dat de waarde te hoog was en bepleitte een lagere waarde van € 1.030.275,-. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was, onderbouwd met een taxatiekaart en de toepassing van de Landelijke Taxatiewijzer Agrarische Gebouwen en Grond. De rechtbank concludeerde dat de waarde in het economisch verkeer correct was vastgesteld en dat de beroepsgronden van eiser niet slaagden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.