ECLI:NL:RBMNE:2022:488
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing herhaalde aanvraag Wajong-uitkering
In deze zaak heeft eiser, geboren in 1967, een herhaalde aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend bij het Uwv, nadat zijn eerdere aanvraag in 2016 was afgewezen. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 13 januari 2022 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiser had eerder op 21 december 2015 een aanvraag voor beoordeling van zijn arbeidsvermogen ingediend, welke na medisch onderzoek op 5 april 2016 werd afgewezen omdat hij niet meer dan 25% arbeidsongeschikt was. Eiser maakte bezwaar, maar het Uwv handhaafde het besluit met een gewijzigde motivering op 25 oktober 2016.
Op 13 januari 2020 diende eiser opnieuw een aanvraag in, die door het Uwv werd afgewezen op 15 januari 2020, omdat er geen nieuwe informatie was overgelegd. Eiser maakte opnieuw bezwaar, maar dit werd ongegrond verklaard op 7 juni 2021. Eiser ging in beroep tegen deze beslissing. Tijdens de zitting op 2 december 2021 werd de conclusie van een rapport van een verzekeringsarts besproken, waarin werd gesteld dat eiser vanaf zijn 17e verjaardag arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht had geweigerd om terug te komen op het eerdere besluit, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden.
De rechtbank concludeerde dat de eerder afgewezen aanvraag niet onterecht was en dat de nieuwe diagnoses die eiser aanvoerde, niet als nieuwe feiten konden worden aangemerkt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter G.P. Loman en griffier G.M.T.M. Sips, en werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.