Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Heeft [eiseres] voldaan aan de substantiëringsplicht?
498,00(2 punten x tarief € 249,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 februari 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres] B.V. en [gedaagde] B.V. [eiseres] vorderde betaling van een onbetaalde factuur van € 5.563,90, die bestond uit een hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De factuur was verzonden voor werkzaamheden die in 2019 waren verricht in opdracht van [gedaagde]. [gedaagde] heeft een deel van de werkzaamheden erkend, maar betwistte de hoogte van de kosten en de betaling van de overige werkzaamheden. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] niet gehouden was het volledige bedrag te betalen, maar slechts een deel van de factuur, namelijk € 3.245,46, inclusief BTW. De kantonrechter overwoog dat [gedaagde] in verzuim was geraakt met de betaling en dat wettelijke handelsrente vanaf 5 maart 2021 verschuldigd was. Daarnaast werden buitengerechtelijke incassokosten toegewezen tot het wettelijke tarief. [gedaagde] werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.108,13 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.