Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
het rapport volgt zo snel mogelijk”.
Op 24 januari 2020 is geconstateerd dat de verzakte muren zijn hersteld en dat de wanden zijn gerepareerd. Sindsdien is er geen ongelijke zetting (zakking) van de fundering geconstateerd. Het stucwerk van de wand is – op een oude schuur bij de voorgevel na – de laatste jaren heel gebleven. De deur in de binnenwand tussen woonkamer en gang is niet gaan klemmen, wat duidt op een stabiele situatie.
Het herstel met het inmetselen van stenen en aanwerken van voegen in 2013 is dus een goede werkwijze geweest. Bij gelijkblijvende omstandigheden is er geen verdere zakking te verwachten.”
Duidelijk zichtbaar is dat de tussenmuur, de wand t.p.v. het trappenhuis en de poeren onder de begane grondvloer onderhevig zijn aan zettingen. [onderneming 2] heeft onderzoek gedaan naar de situatie en concludeert dat om gemotiveerde redenen alleen een funderingsherstel m.b.v. geschroefde stalen buispalen een goede oplossing is voor het funderingsprobleem. Wij zijn eens met deze conclusie.
In het onderhavige geval is de woning op staal gefundeerd. De woningscheidende bouwmuren zijn op een dieper niveau (de vaste zandlaag) gefundeerd en zijn niet verzakt. De tussenmuren zijn op een hoger niveau gefundeerd.
Aan ons werd medegedeeld dat tijdens het onderzoek door [onderneming 1] d.d. 5 februari 2020 (order [.] ) ergeeninspectie van de kruipruimte heeft plaatsgevonden. In een telefoongesprek met de heer [B] d.d. 28-4-2021 werd dat tegenover ons bevestigd.
3.Het geschil
Wat vorderen [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] en waarom?
4.De beoordeling
Kopende partij verklaart ermee bekend te zijn, dat deze woning meer dan 70 jaar oud is, wat inhoudt dat de eisen die aan de bouwkwaliteit gesteld mogen worden aanzienlijk lager liggen dan bij nieuwere woningen. Tenzij de verkoper de kwaliteit ervan gegarandeerd heeft, staat de verkoper niet in voor de vloeren, de leidingen van elektriciteit, water en gas, de riolering en de afwezigheid van doorslaand of optrekken vocht. Bouwkundige gebreken worden geacht niet belemmerend te werken op het in artikel 6.3 omschreven woongebruik."
duidelijk zichtbaar’ is dat de tussenmuur onderhevig is aan zettingen. En [onderneming 5] heeft geconstateerd dat er sprake was van ‘verse’ scheuren en dus van voortdurende zetting en het uitblijven van een stabiele situatie. De rechtbank gaat er vanuit dat dit ook al zo was op het moment van levering van de woning en dat dit dus niet plotseling daarna is ontstaan. Dit mede gelet op de bevindingen van [onderneming 2] over de slappe toplaag waarin de fundering van de tussenmuur zich bevindt. De rechtbank vindt het aannemelijk dat dit de oorzaak is van de zettingen en scheurvorming. Die oorzaak is niet ‘ineens’ ontstaan na levering. De conclusie dat de woning ook ten tijde van de levering al een instabiele fundering kende, wordt verder ondersteund door de relatief korte periode tussen de constateringen van [onderneming 3] en de deskundigen en de levering van de woning in april 2020.
Bovenstaande kosten zijn noodzakelijk om de zetting te stabiliseren en/of het herstel van de draagconstructie van het totale pand.” Gelet op het rapport van [onderneming 5] , de toelichting opgenomen in de diverse facturen, en de toelichting van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] , is de rechtbank genoegzaam gebleken dat de gevorderde kosten direct verband houden met het herstel van de fundering.
Bij het vervangen van de constructieve begane grondvloer is er sprake van een verbetering. De isolatie-waarde van de vloer wordt hierdoor verhoogd.[…] Voor de verbeterde isolatiewaarde van de vloer achten wij een aftrek van € 3.000,- inclusief btw verdedigbaar.” Dit bedrag komt de rechtbank niet onredelijk voor en zij zal hier dan ook eveneens van uitgaan. Dat betekent dat van het totale bedrag van de herstelkosten een bedrag van € 3.000 moet worden afgetrokken. Dat betekent dat het aandeel van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] uitkomt op (7/12 van 63.293,37 =) € 36.921,1325.
Aftrek nieuw voor oud wordt feitelijk allen toegepast bij herstel van slijtage-gevoelige onderdelen en/of onderdelen die periodiek onderhoud nodig hebben (zoals bijvoorbeeld schilderwerk). In onderhavige kwestie is hiervan geen sprake en achten wij een aftrek nieuw voor oud (inzake het funderingsherstel en de constructieve begane grond) dan ook niet verdedigbaar.”
5.De beslissing
woensdag 25 januari 2023, op welke rolzitting [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] zich in een akte mogen uitlaten over (i) de persoon en de kwalificaties van de te benoemen deskundige, en (ii) de in rechtsoverweging 4.24 opgenomen conceptvragen;