ECLI:NL:RBMNE:2022:816

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
2 maart 2022
Zaaknummer
9514375 UC EXPL 21-7602
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgkosten door ZorgDirect

In deze zaak vordert ZorgDirect, vertegenwoordigd door de naamloze vennootschap ENO Zorgverzekeraar N.V., betaling van een bedrag van € 307,63 aan [gedaagde], die in 2021 verzekerd was voor zijn zorgkosten bij ZorgDirect. De vordering betreft onbetaalde zorgkosten die [gedaagde] niet tijdig had voldaan, maar later alsnog heeft betaald. ZorgDirect stelt dat er nog een bedrag openstaat, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft de procedure op 9 februari 2022 behandeld en de vordering van ZorgDirect voor het bedrag van € 307,63 toegewezen, met wettelijke rente vanaf 14 oktober 2021. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat ZorgDirect niet kon aantonen dat de veertiendagenbrief door [gedaagde] was ontvangen. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 399,52. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9514375 UC EXPL 21-7602 RvdH/1037
Vonnis van 9 februari 2022
inzake
de naamloze vennootschap
ENO Zorgverzekeraar N.V. handelend onder de naam ZorgDirect,
gevestigd in Deventer,
verder ook te noemen ZorgDirect,
eisende partij,
gemachtigde: R.R.J. Kersten,
tegen:
[gedaagde],
wonende in [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 4,
- het proces-verbaal van de rolzitting van 3 november 2021, aan te merken als conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek met producties 5 tot en met 13,
- de e-mail van [gedaagde] van 4 januari 2022, aan te merken als conclusie van dupliek.
1.2.
De kantonrechter heeft besloten dat de uitspraak vandaag is.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
[gedaagde] was in 2021 voor zijn zorgkosten verzekerd bij ZorgDirect. De premie voor de maanden juni tot en met september 2021 (totaal € 505,40) had [gedaagde] niet op tijd betaald. Na sommatie door ZorgDirect heeft [gedaagde] dat bedrag alsnog binnen de daarvoor gestelde termijn betaald.
2.2.
Volgens ZorgDirect moet [gedaagde] nu nog € 307,63 betalen. ZorgDirect vordert in deze procedure betaling van dat bedrag, plus de wettelijke rente (€ 1,35 tot 14 oktober 2021 en over het bedrag van € 307,63 vanaf 14 oktober 2021 tot de voldoening) en de buitengerechtelijke incassokosten van € 55,83. ZorgDirect heeft ook gevorderd dat [gedaagde] haar proceskosten betaalt.
2.3.
[gedaagde] is het niet eens met de vordering van ZorgDirect.
2.4.
Op stellingen van partijen, voor zover relevant, wordt hierna ingegaan.

3.De beoordeling

De factuur van € 307,63
3.1.
ZorgDirect heeft de vordering van € 307,63 gespecificeerd met een factuur van 7 april 2021 voor medische kosten die in januari 2021 zijn gemaakt en onder het eigen risico vallen. [gedaagde] stelt dat uit berekeningen op basis van zijn bankafschriften blijkt dat hij in 2021 twaalf keer de maandelijkse premie van € 126,- en € 385,- eigen risico aan ZorgDirect heeft betaald. [gedaagde] heeft de door hem genoemde berekening echter niet onderbouwd. Hij heeft ook geen bewijs van betaling laten zien. [gedaagde] heeft bovendien tijdens de rolzitting de vordering erkend. Uit zijn verklaringen tijdens de rolzitting kan ook worden afgeleid dat [gedaagde] de brief van de deurwaarder van 9 september 2021 over de vordering wel heeft ontvangen, maar dat hij toen niet heeft betaald omdat hij bezwaar had tegen de kosten.
3.2.
De kantonrechter gaat er daarom van uit dat [gedaagde] de factuur van 7 april 2021 voor het bedrag van € 307,63 nog moet betalen. Dit deel van de vordering van ZorgDirect wordt toegewezen. De wettelijke rente over het bedrag wordt toegewezen met ingang van 14 oktober 2021, omdat het niet duidelijk is over welke hoofdsom de wettelijke rente in de periode daarvoor is berekend.
De buitengerechtelijke incassokosten
3.3.
ZorgDirect vordert een bedrag van € 55,83 aan buitengerechtelijke incassokosten.
In het geval van een consument als [gedaagde] geldt als voorwaarde voor het toewijzen van de buitengerechtelijke incassokosten, dat de eiser de schuldenaar een aanmaning heeft gestuurd met een betalingstermijn van veertien dagen, en dat de schuldenaar binnen die termijn, die is gaan lopen vanaf de dag na ontvangst van de aanmaning, niet betaald heeft. ZorgDirect stelt dat zij op 9 augustus 2021 de zogenaamde veertiendagenbrief aan [gedaagde] heeft verstuurd.
[gedaagde] stelt – zo begrijpt de kantonrechter – dat hij voorafgaand aan de dagvaarding, in ieder geval tot de brief van de deurwaarder van 9 september 2021, niet eerder bericht heeft ontvangen over de vordering van € 307,63. Het is onder deze omstandigheden aan ZorgDirect om aan te tonen dat de veertiendagenbrief door [gedaagde] is ontvangen en dat heeft zij niet gedaan. Daarom wordt dit deel van de vordering afgewezen.
De proceskosten
3.4.
Niet is gebleken dat ZorgDirect de kosten voor deze procedure nodeloos heeft gemaakt. [gedaagde] heeft ongelijk gekregen, daarom moet hij de proceskosten van ZorgDirect betalen. Die zijn totaal € 399,52 en bestaan uit:
  • dagvaarding € 123,52
  • griffierecht € 126,-
  • salaris gemachtigde € 150,- (2 punten x tarief € 75,-)
4. De beslissing
De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan ZorgDirect tegen bewijs van kwijting te betalen € 307,63 met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 14 oktober 2021 tot de voldoening;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van ZorgDirect, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 399,52, waarin begrepen € 150,- aan salaris gemachtigde;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.A. van Steenbeek, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2022.