ECLI:NL:RBMNE:2022:96
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en toekenning van WIA-uitkering
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 12 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een WIA-uitkering aan eiser, die zich had ziek gemeld als senior financieel adviseur. Eiser had een arbeidsongeschiktheid van 62,39% vastgesteld gekregen, welke later werd aangepast naar 64,32% na bezwaar. Eiser was het niet eens met deze vaststelling en stelde dat hij volledig arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 30 november 2021, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
De rechtbank heeft de medische rapporten van de verzekeringsartsen van verweerder beoordeeld en geconcludeerd dat deze rapporten zorgvuldig waren opgesteld en geen tegenstrijdigheden vertoonden. Eiser had een expertiserapport ingediend van verzekeringsarts [A], waarin werd gesteld dat de verzekeringsartsen de belastbaarheid van eiser hadden overschat. Echter, de rechtbank oordeelde dat er geen voldoende medische onderbouwing was om de conclusies van de verzekeringsartsen van verweerder te betwisten. De rechtbank vond dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep overtuigend had gemotiveerd dat eiser niet volledig arbeidsongeschikt was en dat er geen reden was om aan te nemen dat de vastgestelde belastbaarheid onjuist was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de toekenning van de WIA-uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheid van 64,32% juist was. Eiser kreeg geen gelijk in deze beroepszaak en de proceskosten werden niet vergoed. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.